In twee werelden…
Als ik mijn weg naar huis vervolg blijft een zinnetje hangen. Je leeft in twee werelden. Ik trap het gaspedaal nog meer in en draai de autoweg op. Weg van de verpleegkliniek waar mam nu al meer dan twee jaar woont. Een prima plek voor haar, maar ik vind het niet altijd gemakkelijk om daar naar binnen te gaan. Ook al zou je denken dat ik nu toch eens aan die situatie gewend zou moeten zijn. Dat is niet zo. Hoe kun je nu aan een moeder met dementie wennen? Het is zo’n akelige, onomkeerbare, ziekte, de feiten liegen er niet om. Haar geheugen ‘brokkelt’ beetje bij beetje af en er komt een moment dat ze me niet meer zal herkennen. Ik schud die gedachte van me af en concentreer me op de weg. Als ik de weg richting Valkenburg insla, blijven de woorden ‘in twee werelden’ maar komen. Op wie slaat dat nou? Er is slechts nog één wereld waar mam in leeft, waarin haar belevingsvermogen ook nog eens heel kort is. Vanmiddag nog. In een seconde is ze kwijt dat we samen op het terras een kopje koffie hadden gedronken en bij terugkomst in de gezamenlijke woning groet ze me in plaats van gedag te zeggen. Hoe lastig is het dan om niet te reageren… Mam, we zijn net nog samen buiten geweest! Haar wereld wordt kleiner en is niet meer de mijne.
Ik leef zelf in twee werelden. Aan de ene kant druk met de zaak, het ondernemen, afspraken, nieuwe opdrachten binnenhalen, deadlines halen, adviseren, debatteren, zakenrelaties onderhouden, inhoudelijke documenten beoordelen en, ja zelfs, weleens bekritiseren. Aan de andere kant bestaat mijn wereld uit samenzijn met familie en vrienden, inspiratie opdoen, dromen (verwezenlijken), reizen, lezen, schrijven, mediteren, een goed glas wijn drinken, lekker én gezond eten, luisteren naar een zangvogel, de natuur zien ontwaken, wandelen en (geestelijk) fit blijven op de yogamat. Een wereld die steeds beter bij me past, omdat daarin het ‘ZIJN’ vanzelfsprekend is. Drukte is in die wereld een vies woord. Ik rijd Valkenburg binnen, neem mijn stuur stevig vast en rek mijn rug als ik voor een gesloten overweg kom te staan. Ik besef dat de twee werelden mij prima in balans houden. De drukte in de ene wereld gaat me zelfs beter af door de inspiraties en rust in de andere wereld. In mijn ‘bovenkamer’ is geen plek voor gepeins of stress. Door een groter relativeringsvermogen creëer je een sterkte dat het gepieker afzwakt. Dat is een mooie gedachte voor vandaag. Ik lach in mezelf en zie in mijn binnenspiegel een man in de auto achter mij knikken. Is hij het met me eens of moet ik gewoon (en snel) doorrijden? Ik steek mijn duim omhoog, lach naar hem en trek op. Het beste uit twee werelden halen, zelfs achter het stuur…😊