Zonnig, wisselend bewolkt met plaatselijk hevige regenbuien. Zo zou je mijn stemmingen tegenwoordig ook kunnen beschouwen. De ene dag zonnig, vol gein en plezier, trots op alles wat we doen en uitdragen, het ander moment donkere gedachten en emotionele buien. Ik krijg het dan niet voor elkaar om vrolijk te zijn. Het verdriet zit nog zo diep dat het pijn doet. Er is ook zo verdomd veel gebeurd in het afgelopen anderhalf jaar. Goede, positieve, ontwikkelingen worden overschaduwd door het gemis aan dierbaren die mij in deze periode zijn ontvallen. Het begon met mijn vader, die bij het horen van de diagnose besloot het aardse leven los te laten. Toen pa de eerste keer diezelfde diagnose kreeg, wist hij zich te sterken met zelfheling en meditatie. Hij was zelfs zo fit dat de artsen het nakijken hadden. ‘Geen polonaise aan mijn lijf’, zei hij altijd, en zo mocht hij er nog ruim tien jaar bijtellen. Hij nam het heft in eigen handen en genoot nog lang en gelukkig van zijn Spaanse leven. Zo moedig vond ik dat. Ik wist dat hij geen enkele medicatie wilde nemen en al helemaal niet de chemokuur die hem toen werd voorgesteld. Ook vorig jaar wees hij dat af en ging op zijn 89ste rustig over… Omdat hij dat wilde. ‘Dag allemaal’, zei hij. ‘Ik heb jullie onvoorwaardelijk lief’. Die woorden zitten diepgeworteld in mijn geest en bij het dagelijks tikje tegen zijn hoed aan de kapstok, zeg ik nu hardop, ‘ik heb onvoorwaardelijk lief’. Onze trouwe viervoeter, mijn makker Balou, had ook onvoorwaardelijk lief. Hij was mijn maatje, mijn knuffelbeer, mijn wandelvriend, mijn chaperonne, mijn bodyguard. Hij genoot zo van de momenten samen op het terras, kijkend naar de ondergaande zon. Die plek aan mijn voeten is nu al een paar maanden leeg. Pardoes viel hij in onze armen neer. Wat hadden we niet gezien? In onze ogen was hij nog zo fit. Op Koningsdag ging hij toch over en wij bleven achter vol ongeloof en ons hart vol verdriet. In juli kwam daar nog een lading overheen toen mam besloot niet meer te eten en in het verpleeghuis in Heerlen op mij wachtte. Voordat zij haar ogen definitief sloot, keek ze mijn zus, broer en mij nog even aan alsof ze toestemming vroeg. We vonden het goed. Nog verder wegzakken in die akelige ziekte die Alzheimer heet gun je niemand. En ook zij ging. Na een liefdevol afscheid met familie en vrienden namen we het vliegtuig terug naar ons huisje in Spanje en vielen gelijk in het werk. De evenementen van manlief lopen storm en vol overgave leggen we culinaire genieters volledig in de watten. Daar draag ik een steentje aan bij, maar ook in mijn eigen bedrijf zijn zaken weer opgepakt of afgewikkeld. Tranen vloeien voornamelijk in bed of op momenten als ik aan hen denk. En dan is het wachten op een groot ‘ontwaken’, en zo geschiedde. Fikse buikpijnen en niet kunnen slapen. Het signaal dat lijf en geest in onbalans is, was pijnlijk helder. Wat oplucht is mediteren én mijn tranen met een gerust hart te laten vloeien. Het zet ook alles weer in perspectief. Ook al blijft de vraag in mijn hoofd spoken waarom ik hen alle drie in zo’n korte tijd moest verliezen? Dan heeft het hart toch wat meer overwicht en zegt mij dat zaken voorbestemd zijn, dat het zo moest zijn. Dat ik moet koesteren wat ik wel nog heb, waar ik voor sta en voor ga. Die drive hebben mijn ouders mij wel meegegeven en ja, ik voel, met een rugzak vol fijne herinneringen aan hen, komt het wel goed. Dag lieverds, dag, dag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *