Komt goed, vrouwtje…

Nou ben ik echt niet het type ‘zeur’, ik kan best veel hebben. Maar zo langzamerhand vind ik mezelf wel op een ‘oude zeur’ lijken. En dan heb ik het niet over de situatie in de wereld, maar over mijn rechtervoet die me al een tijdje tot rust maant. Iedere dag spreek ik ‘m liefdevol toe, masseer ‘m en leg een steunverbandje aan. Toch heeft hij nog geen plannen om me iets beter uit de voeten te laten komen. Oké, er is een lichte vooruitgang, ik kan al iets meer dan een paar weken geleden, maar het duurt me nu te lang. Hoe een ongelukje in een klein hoekje zit, realiseer ik me des te meer. Na die domme val in het straatje vlakbij mijn vaders huis, alweer anderhalve maand geleden, negeerde ik de pijn en de zwelling aan mijn rechtervoet volledig. Beetje hooghouden, wat koelen, dan komt het wel goed. Ik wilde vooral niet beperkt worden en ging vrolijk naar het strand, waggelend over de keien kwam ik toch wel tot aan mijn bedje. Het koele water van de zee deed mijn voet en vooral mij goed. We waren niet alleen in Spanje om vakantie te vieren, maar vooral om onze toekomstige plek te onderzoeken en plannen te maken. Ik had geen tijd om naar mijn voet te luisteren en wilde al helemaal niet klagen. Liet me niet kennen. Eenmaal thuisgekomen met een rugzak vol ideeën, ons huis in no-time verkocht en een berg werk dat lag te wachten, maande mijn voet mij toch tot onderzoek. Nou dan maar even snel naar de huisarts, zal wel niets zijn. Kneuzing of zoiets, that’s it. Nee, dus. Voor alle zekerheid een foto laten maken. En ja hoor, een ieniemini scheurtje in een voetbotje aan de rechterkant van mijn rechtervoet. Iets om niet te negeren…  Met zweetdruppels op mijn voorhoofd wachtte ik het ‘oordeel’ af van een allervriendelijkste arts mét mondkapje. Hij had het ook warm onder dat masker en ik zag aan zijn ogen dat hij ook liever anders had. Maar goed, regels zijn regels, dus die volgde hij netjes op. Terug naar mijn voet. Zijn blik stond ernstig, maar zijn ogen hadden toch ook iets troostends. Rustig zei hij: ’Ik kan je een gipsvoetje leggen of je doet rustig aan. Zeg het maar’.  Voet vaak hoog leggen, niet wandelen, al helemaal niet rennen en oppassen met gekke bewegingen maken (en die wil ik nog wel eens maken). In ieder geval was uit mijn reactie snel duidelijk dat ik het ziekenhuis niet uit zo strompelen op een gipsvoet. Dan maar rustig aan. Pff, dat doe ik nu dus al ruim 3 weken en dan mag ik wel eens zeuren. Ik wil wandelen, mijn hond kunnen uitlaten zonder problemen. Onkruid wieden, op mijn hurken kunnen zitten, traplopen, sprintje maken naar het toilet (or what ever). Mijn lief zegt mij mijn rust te bewaren, anderen denken dat het misschien wel zo moest zijn, weer anderen beweren dat ik de wacht kreeg aangezegd.  Ja, ja, zo kan ie wel weer! Diep van binnen snap ik het ook wél. Er komt een drukke tijd op ons af, dan heb ik de draagkracht van mijn voeten gewoonweg keihard nodig. Een lichte zonnegroet op de mat houdt mij nog enigszins in vorm, hoewel balanceren op die rechtervoet nog lastig is. Toch ben ik iedere ochtend dankbaar voor een nieuwe dag en probeer niet al teveel te zeuren. Als ik mijn rust nog even bewaar, niet te hard van stapel loop, loop ik straks wel weer als een kievit. Balou kijkt me met zijn trouwe ogen aan… Komt goed, vrouwtje, het gaat over.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *