Mag ik even…

Mag ik even ongehoord uit mijn dak gaan bij het zien van het, jawel, echt felgroene gras, dat maandenlang onder een, eerst witte, toen bruine en toen nog even een witte, deken lag. Och, mag ik alsjeblieft even kirren als een baby nu de eerste zonnestralen voorzichtig door mijn slaapkamergordijn prikken om vervolgens met volle kracht, maar als een warme douche, over me heen denderen. Mag ik even als een atlete uit mijn bed springen om gordijnen en deuren open te gooien zodat ik met volle teugen de frisse ochtendlucht naar binnen kan snuiven en me nu al kan lopen verheugen op de eerste zonnegroet in de buitenlucht. Mag ik even een traantje van geluk wegpinken bij het zien van een vrolijk kwikstaartje dat aan mijn neus voorbij fladdert op zoek naar takjes om een nestje te bouwen en mag ik zachtjes meezingen met al die merels die al druk zijn met het leegplukken van onze struik vol zoete besjes. Mag ik even, ja echt heel even, een zoen van geluk drukken op het voorhoofd van mijn lief. Heerlijk dat ik dit allemaal mag doen, want de tijd is aangebroken. Een tijd die we bijna allemaal voor onmogelijk hadden gehouden. Een tijd waar jong en oud even dacht, die komt nooit meer. Een periode van groei en bloei. Maar de tijd zou de tijd niet zijn als ze ons niet eerst door de wintermaanden jaagt om vervolgens – net als de natuur – weer vrolijk voor de dag te komen. Ze laat ons als het ware ‘een poepje ruiken’, omdat zij bepaalt. De sneeuwklokjes maken plaats voor de blauwdruifjes, gele krokussen en geurende hyacinten. Bomen krijgen blad en struiken kleur. Zoals de natuur haar jasje uitdoet, doe ik dat ook. En nee… Het is niet alleen in de ogen van de tandartsassistente LENTE!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *