In een vloeiende beweging zet ik de eerste woorden op papier. Gewoon omdat vanuit mijn bovenkamer een ingeving komt om over te schrijven. Ik ben de laatste tijd in de ban van het menselijk brein. Ik lees er steeds meer over, volg podcasts over de functie en werking van ons brein, wat het allemaal absorbeert en wat niet. Ook lees ik verhalen van anderen die geheeld zijn van traumatische ervaringen (jaren opgeslagen in dat brein) en hoe zij hun leven met bijvoorbeeld verdriet of verlies opnieuw wisten in te richten. De sporen van verdriet door verlies is aan de buitenkant vaak niet aan iemand af te zien. Hoewel, het kan voor meer rimpels en grijze haren zorgen en voelt het alsof je in no-time een paar jaartjes ouder bent geworden. Zo voelde dat ook voor mij na het verlies van mijn ouders. Toch zit vanbinnen nog wel dat jeugdige kind, de positieve lachebek, maar ook het kind dat heel goed alleen kon zijn. Steeds vaker komt dat stille meisje in mij terug en voel ik mij wijzer dan ooit. Laat me niet gek maken door wat de wereld van mij zou kunnen denken. Die wereld, hoewel in razend tempo en met veel onrust, draait toch wel door. Bekijk het van een afstand en waak voor een veelheid aan negatieve informatie aan je brein. Straal liefde uit en koester momenten in rust, in de natuur, met dierbaren en gelijkgestemden. Je bewustzijn opent zich als een lotusbloem (die staat voor innerlijke groei), het brein observeert en laat los wat niet dient. Ik ben mij bewust van die groei, op een veel dieper, spiritueel niveau. De ervaringen uit het verleden zijn waardevol, ze hebben bijgedragen aan wie je nu ben. Door open te staan voor nieuwigheden, positieve inspiraties, kun je veel gebeurtenissen uit het verleden een plekje geven en kom je veel meer bij Jezelf. Je ware ik. Als ik lees waar anderen mee kampten of nog steeds mee kampen, dan prijs ik me gelukkig dat ik de kracht heb of door de jaren heen het inzicht heb gekregen om in elke situatie de zon te zien schijnen, bewust te zijn van de waardes van het leven. Dankbaar voor de lieve mensen om me heen, dankbaar dat ik er mag zijn. Zie het leven als een Canto Ostinato, een magisch eeuwigdurend pianostuk. Het gaat ritmisch en rustig van start om in een bepaald tempo alle levenslessen te belichten, van vrolijk, onbezorgd en liefdevol naar een climax van plezier en verdriet, van gewin en verlies, waarna alle bevindingen in een rustige cadans samenkomt. De herhalende melodie van de Canto (of cantate) is zoals het leven bedoeld is. De ritmische aaneenschakeling van pianostukjes maakt het tot een magisch compositiestuk van componist Simeon Ten Holt. Alleen in die magische flow moet hij tot zijn Canto Ostinato zijn gekomen.

Zonnig, wisselend bewolkt met plaatselijk hevige regenbuien. Zo zou je mijn stemmingen tegenwoordig ook kunnen beschouwen. De ene dag zonnig, vol gein en plezier, trots op alles wat we doen en uitdragen, het ander moment donkere gedachten en emotionele buien. Ik krijg het dan niet voor elkaar om vrolijk te zijn. Het verdriet zit nog zo diep dat het pijn doet. Er is ook zo verdomd veel gebeurd in het afgelopen anderhalf jaar. Goede, positieve, ontwikkelingen worden overschaduwd door het gemis aan dierbaren die mij in deze periode zijn ontvallen. Het begon met mijn vader, die bij het horen van de diagnose besloot het aardse leven los te laten. Toen pa de eerste keer diezelfde diagnose kreeg, wist hij zich te sterken met zelfheling en meditatie. Hij was zelfs zo fit dat de artsen het nakijken hadden. ‘Geen polonaise aan mijn lijf’, zei hij altijd, en zo mocht hij er nog ruim tien jaar bijtellen. Hij nam het heft in eigen handen en genoot nog lang en gelukkig van zijn Spaanse leven. Zo moedig vond ik dat. Ik wist dat hij geen enkele medicatie wilde nemen en al helemaal niet de chemokuur die hem toen werd voorgesteld. Ook vorig jaar wees hij dat af en ging op zijn 89ste rustig over… Omdat hij dat wilde. ‘Dag allemaal’, zei hij. ‘Ik heb jullie onvoorwaardelijk lief’. Die woorden zitten diepgeworteld in mijn geest en bij het dagelijks tikje tegen zijn hoed aan de kapstok, zeg ik nu hardop, ‘ik heb onvoorwaardelijk lief’. Onze trouwe viervoeter, mijn makker Balou, had ook onvoorwaardelijk lief. Hij was mijn maatje, mijn knuffelbeer, mijn wandelvriend, mijn chaperonne, mijn bodyguard. Hij genoot zo van de momenten samen op het terras, kijkend naar de ondergaande zon. Die plek aan mijn voeten is nu al een paar maanden leeg. Pardoes viel hij in onze armen neer. Wat hadden we niet gezien? In onze ogen was hij nog zo fit. Op Koningsdag ging hij toch over en wij bleven achter vol ongeloof en ons hart vol verdriet. In juli kwam daar nog een lading overheen toen mam besloot niet meer te eten en in het verpleeghuis in Heerlen op mij wachtte. Voordat zij haar ogen definitief sloot, keek ze mijn zus, broer en mij nog even aan alsof ze toestemming vroeg. We vonden het goed. Nog verder wegzakken in die akelige ziekte die Alzheimer heet gun je niemand. En ook zij ging. Na een liefdevol afscheid met familie en vrienden namen we het vliegtuig terug naar ons huisje in Spanje en vielen gelijk in het werk. De evenementen van manlief lopen storm en vol overgave leggen we culinaire genieters volledig in de watten. Daar draag ik een steentje aan bij, maar ook in mijn eigen bedrijf zijn zaken weer opgepakt of afgewikkeld. Tranen vloeien voornamelijk in bed of op momenten als ik aan hen denk. En dan is het wachten op een groot ‘ontwaken’, en zo geschiedde. Fikse buikpijnen en niet kunnen slapen. Het signaal dat lijf en geest in onbalans is, was pijnlijk helder. Wat oplucht is mediteren én mijn tranen met een gerust hart te laten vloeien. Het zet ook alles weer in perspectief. Ook al blijft de vraag in mijn hoofd spoken waarom ik hen alle drie in zo’n korte tijd moest verliezen? Dan heeft het hart toch wat meer overwicht en zegt mij dat zaken voorbestemd zijn, dat het zo moest zijn. Dat ik moet koesteren wat ik wel nog heb, waar ik voor sta en voor ga. Die drive hebben mijn ouders mij wel meegegeven en ja, ik voel, met een rugzak vol fijne herinneringen aan hen, komt het wel goed. Dag lieverds, dag, dag.