Fluitdeuntjes die blijven hangen…

Ze zit iets onderuit gezakt in haar stoel. De mond een beetje scheef en haar ogen halfopen. Ze slaapt niet, staart wat voor zich uit. Bij de eerste aanraking maken we contact. Ze richt zich op en vertelt me iets. Geen idee wat. De woorden vallen als puzzelstukjes uit haar mond. Alsof ze opgeslagen lagen om tot een mooie zin te vormen. Het komt er achterstevoren uit. Ik moedig haar aan en zeg dat ze frisse lucht nodig heeft voor de broodnodige adrenalineshot. Dan twinkelen haar ogen… Naar buiten! Het zit nog ergens in haar geheugen opgeslagen; de buitenlucht, vogeltjes, groen. Begrijpen doet ze het niet, maar voelen des te meer. De natuur heeft ze altijd gekoesterd. Urenlang zat ze op haar balkonnetje in de zon. Voeten bungelend over het muurtje, wiebelend op twee stoelpoten keek ze tevreden om zich heen. De geraniumbakken goed gevuld, dooie kopjes werden iedere dag verwijderd voor meer bloei. Het laatste jaar in haar flatje verzorgde ze de planten zo goed dat ze verzopen in al dat vocht. Het vogelhuisje aan de muur lag (te) vol met broodkruimels, waar de muizen op enig moment ook wel raad mee wisten. En dan vroeg ze zich af hoe die muizen toch boven kwamen, want ze woonde immers driehoog. Boos reageerde ze op het vele vliegverkeer en de uitstoot dat vliegtuigen achter lieten. Ze had er geen verstand van, maar voelde toen al aan haar water dat die ‘chemtrails’ schadelijk zijn voor mens en dier. Zat ze niet op balkon, dan ging ze het liefste op pad, weg van de stad om haar zussen in het groene Heuvelland te bezoeken of de avondzon bij ons achter de bomen te zien zakken. Zo mooi vond ze dat. Stak dan altijd de hond iets lekkers toe, floot naar alles om haar heen en was gelukkig met die kleine geneugten van het leven. Mam was absoluut niet eenzaam. Totdat haar geheugen haar beetje bij beetje in de steek liet…

In dit rieten stoeltje in een andermans (zorg)huis, houd ik haar hand vast en denk aan de tijd dat ze geestelijk nog onder ons was. Het enige wat ik nu voor haar kan betekenen is haar dat uitje naar buiten gunnen en met haar te babbelen op ‘Jip en Janneke’ niveau. Gevangen in haar cocon ziet ze de wereld erbuiten niet meer. In die voor ons onzichtbare wereld treft ze anderen in een dimensie, waar ze vrede heeft. Haar geheugen laat los, wat rest is een gestel dat zo af en toe nog de kracht heeft om zich te uiten, dan tuit ze haar lippen en trakteert mij op fluitdeuntjes die feilloos zijn blijven hangen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *