We waren vorige maand een weekje in Limburg. Even terug naar onze wortels, waar moeders, (klein)kinderen, familie en vrienden zijn. Het was een week vol afspraken, feestvieren, knuffelen, lachen, bewonderen en herinneringen ophalen. Het voelde vertrouwd en fijn. Zo fijn dat wij met een goed gevoel weer huiswaarts konden gaan. De mensen achterlatend, maar met ons hart vol van liefde en genegenheid. Sommigen vonden het gek dat we zo snel naar huis verlangden, ons thuis in Spanje. Dat verlangen is gecreëerd door onszelf. We aardden namelijk snel in Spanje, zeker toen wij ons eigen huis betraden. De finca, de ruimte en de rust, voelde gelijk goed. Door veel fysieke arbeid in huis en tuin te verrichten, gewoon heel puur bezig te zijn, met onze handen in de droge aarde, plannen te smeden en door zwaar werk met zijn tweeën te doen, traden we langzaam ook naar binnen. Er was geen druk van buiten, geen vragen van anderen. Gewoon samen ZIJN, ieder in zijn eigen kracht en ook met respect voor de ander zijn ruimte op deze plek. Die periode opende innerlijke luikjes, die jaren gesloten bleken te zijn. Luikjes van onverwerkt verdriet, onmacht, pijn en boosheid. Door de rust, de gesprekken, de afstand tot anderen en door met andere ogen naar de wereld te kijken, konden we zaken benoemen én loslaten. De een met veel woorden, de ander in stilte. Mensen kwamen op ons pad die een bijdrage leverden aan een meer holistische kijk op het leven en wisten snaren te raken. Diepgewortelde pijn kwam omhoog om te accepteren, groot verdriet kreeg een plek. Soms zijn de dingen zoals ze zijn en heeft veranderen geen zin. Andere zaken hebben juist wel aandacht nodig. Loskomen van andermans processen, ervaringen, trauma’s, gaat met vallen en opstaan. Als moeder begrijp ik des te meer dat het rugzakje dat ik mijn kind meegeef vooral een fijn, leerzaam, liefdevol en inspirerend lichtgewicht zakje moet zijn. Iets waar hij uit kan putten, zonder zich te hoeven bewijzen. Ik wist gelukkig verdriet en boosheid een plek te geven, kon vergeven en gaf die kracht door aan mijn zoon, die op zijn beurt zijn rugzak vult met nieuwe ervaringen, liefdevol en innemend naar zijn naasten en naar zichzelf. Zie ik mensen die blijven hangen in een leven vol onverwerkt leed dan zou ik willen roepen, treed eens naar het binnenste van jouw binnenste voordat je onbewust pijn en verdriet op je kinderen of omgeving projecteert. De bagage wordt voor het kind, maar ook voor zijn geliefden topzwaar. Ga op zoek naar die diepere laag in jezelf en laat angst los. Die innerlijke reis, zoals ik het noem, is nooit af en vergt een behoorlijke dosis wilskracht. Jij wilt het anders en durft te zeggen, vergeef me. Dan pas plavei je het pad met kleurrijke steentjes… Voor jou en voor de ander.

Ze maken mij blij, die wolkjes aan de lucht. Na een zonnige dag dansen ze vrolijk over de toppen van de Sierra Bernia, vallen als witte vlokken over haar uitlopers en nemen de zon in hun kielzog mee. Zij zet op haar beurt het hoger gelegen dorp Benissa in een prachtig avondschijnsel, glijdt als een Heilige Madonna over de witte huisjes, gooit haar gouden mantel over het dal om vervolgens over een andere top in zee te springen. In het voorbijgaan kust ze nog even zachtjes de kerktoren van ons dorp Teulada. Ze maakt mij deelgenoot van dit natuurlijk schouwspel en ik sta met mijn mond vol tanden. Paf! Wat zijn we toch nietig. De natuur verwondert en toont haar prachtige tooi zo vaak dat we daar meer bezorgd over zouden moeten zijn, omdat nog maar weinigen dit zien en zich liever drukmaken over andere zaken. De hedendaagse malaise, problemen op allerlei vlak of de toestand in de wereld, weegt niet op tegen wat ik hier aanschouw en nog belangrijker, waar ik energie uit put. Het was vandaag zo’n dag van geregel, in een ander land, in een nieuw huis in combinatie met werk, nog wel een dingetje. Het gaat ons goed af, maar vandaag wist ik even niet waar te beginnen. Als ik dan op mijn slippers de wei afdaal, even weg van het huis, val ik totaal stil. Dat is niks nieuws, lopen in de natuur doe ik al jaren, het letterlijke afschakelen. Maar met een weiland aan mijn voeten, gaat het hier als vanzelf. Ik pak olijfbomen en amandelbomen vast, voel, ontdek en bewonder. Ik pluk nog wat bloemetjes en laat alles volledig los. Ook de oeverloze discussies, de verschillende meningen, de ergernissen online of op televisie, het constant verdraaien van de werkelijkheid, het kweken van angst. Ik word er kriegel van. Diep van binnen voelt het namelijk anders. Weet ik dat wat nu gaande is, niet klopt. Daarmee wil ik niet zeggen dat er niets is, maar het in ongewisse houden brengt ons nergens en laat mensen achter in angst; houd hen aan het lijntje. Elke rimpel die wij aan het oppervlak creëren, vertroebelt de (innerlijke) geest des te meer. Rust is wat we nodig hebben om zaken weer helder te kunnen overzien. Sprong ik vroeger gelijk ergens bovenop, nu ga ik als een oude – laten we zeggen wijze – poes in mijn mandje liggen. Neem een rustpose aan en kijk om me heen. Peil de zaak vanuit mijn mandje en bepaal dan of het nodig is om toe te slaan of, in veel gevallen, de situatie uit de weg te gaan. Uiten blijf ik doen, maar op een andere manier. Opvoeding, levenswijsheid en spirituele lessen gaven mij de inzichten dat er meer is tussen hemel en aarde. Leerde ik dat bij vaker naar binnen keren, ik des te krachtiger in het leven kwam te staan. Probeer het eens, een half uurtje per dag stil zijn, mediteren of wandelen in de natuur, zonder mobiel, zonder geluid. Geen afleiding, alleen jij en jezelf. De kern van jouw verhaal komt dan vanzelf naar boven. Je wordt als het ware ‘wakker’, begrijpt ineens veel duidelijker waar het leven over gaat. In die staat van hoger bewustzijn reageer je niet meer impulsief en neem je – hoe ongevoelig het nu ook klinkt – de problemen niet meer tot je, maar laat ze bij de eigenaar daarvan. Wat er voor in de plaats komt is compassie, het meevoelen… De dansende wolkjes doen de rest.  

‘Awel, een oude kapel moet ge versieren’ lacht de gastvrouw als ze de kasjmier sjaal in ontvangst neemt. De middag kan niet meer stuk. We lachen hartelijk mee en voelen ons gelijk bij deze lieve Vlamingen thuis. We zijn nu bijna twee maanden in Spanje en treffen leuke mensen op ons pad. Dat is fijn nu we veel minder contact hebben met onze dierbaren in Nederland. Het gemis is groot en gaat soms gepaard met een traan, zeker als ik mijn kleinkinderen op mijn mobiel in beeld krijg. De twee zonnestraaltjes spelen verstoppertje in de woonkamer, zo’n 1800 km van ons vandaan. Dean stevig op de beentjes, Dana lieflijk dansend erachteraan. Een genot om naar te kijken. Op zo’n moment doe ik een moord voor vijf minuten knuffeltijd. Toch maakt ook een dankbaar gevoel zich meteen van mij meester, lach ik uitbundig met hen mee en prijs hun schatten van ouders. Ze doen het samen zo goed. Denk ik aan mijn lieve mam, dan overheerst een totaal ander gevoel. Onmacht is het goede woord. In gedachten ben ik bij haar en pak haar hand. Ze lacht en brabbelt wat in mijn oor. De verzorgers die haar met veel engelengeduld in een stoel zetten zijn stuk voor stuk kanjers. Dat de signaaltjes voor een stapje naar links of naar rechts of een taakje vervullen niet meer worden afgegeven, is verdomd lastig te accepteren. Eens zo’n zelfstandige vrouw, nu volledig overgeleverd aan de zorg. Haar zilveren ring met blauwe steen, een vast sieraad aan mijn vinger, koester ik nog meer dan voorheen. Gelukkig blijft zij verschoond van alle ellende waarin de wereld zich op dit moment begeeft. Dat ze de eerste vaccinatie heeft moeten ontvangen, slikte ik met pijn in mijn hart weg. Ik ben niet voor. Maar zij zal het zelf – bij mentale gezondheid – wel gewild hebben. Ze haalde jarenlang getrouw de griepprik. Een pluspunt is dat zij zich nu geen zorgen maakt over de verscherpte maatregelen, de avondklok, de testen en verplichte mondkapjes. Hoewel zij vroeger zeer volgzaam was, had ze ook een eigen stem. Heel nadrukkelijk zelfs. Hoe ze dus in deze situatie zou hebben gestaan, staat alleen in de sterren geschreven.

Wat ik wel weet is dat ze niet tegen onrecht kon. Zelfs nu nog neemt zij het op voor anderen, is iemand verdrietig dan pakt ze hem of haar bij de hand. Daar kan ze echt niet tegen. Mam zei altijd: ‘De wereld is hard, kinderen, vecht voor je gelijk, voor je eigen recht!’. Zij zou heel goed passen in een nieuwe wereldorde waar vrouwen aan het roer staan, waar wijze vrouwen menswaardige regels opstellen en een voorbeeld zijn voor een maatschappij in harmonie. Iedereen evenveel en de wereld alles. Koesteren wat de aarde ons schenkt en teruggeven wat haar toekomt. Vrijheid staat in alle wetboeken met vette letters geschreven. Een maatschappij waarin breeduit lachen wordt gestimuleerd en ons niet wordt ontnomen. Waar een ‘dank je wel’ na elke maaltijd een gewoonte is. Een bewuste wereld zonder vrees, chaos en onrust… Met vrouwen die Moeder Aarde, onze oude kapel, weten te versieren om (opnieuw) te stralen.

Ik sluit mijn ogen. In een diepe zucht daal ik af naar een wereld waar geen gedachten meer zijn. Het heeft even geduurd om mijn rust weer te vinden om te mediteren, te gaan zitten en gewoon te zijn. Zelfs schrijven lukte de afgelopen twee maanden niet. Hoe ik mij er ook toe zette, er kwam voor mijn column geen woord op papier. Te druk met werk, afscheid nemen van een vertrouwde omgeving, familie en vrienden, de grote verhuizing… Het was gewoonweg te druk in mijn hoofd. Daarnaast is de situatie in de wereld mij, net als iedereen, niet in de koude kleren gaan zitten. Konden we wel of niet ons plan doorzetten? Konden we eigenlijk wel weg? Wat de pandemie niet met mij deed was in een angststuip schieten. De situatie opende eerder mijn ogen en viel ik niet ten prooi aan de massale paniek. Ik ging er als een ongetemde tijger voorliggen en reageerde fel op wat ons werd opgelegd. Ik ben me veel meer bewust van andere geluiden, voel dieper hoe de werkelijkheid een loopje met ons neemt. De drastische maatregelen maken het ons en vele andere collega’s niet gemakkelijk. Hoe rustig blijf je dan nog? De tijger kwam niet alleen in mij los en samen smeedden wij een totaal ander plan. En nu zijn we hier…

Krachtiger dan ooit en toch nog heel wat op te bouwen. Dat doen we stap voor stap. We zijn geland en overladen ons eerst met de energie die ons hier dagelijks wordt gegeven. De zon doet wonderen, doet ons zelfs duizelen. Soms schieten we in een lach terugdenkend aan de momenten dat we even twijfelden. Dat we in ons oude huis aan tafel zaten met de ingepakte dozen om ons heen en zelfs nog naar huisjes in Limburg keken. Want stel dat je niet kunt gaan… We hielden de reisadviezen in de gaten, maar met een verkocht huis en een inboedel in Spanje konden we niet anders dan gaan. Onze trek naar Spanje was ingezet. Opgelucht bereikten wij de plaats van bestemming en kijk ik nu uit over de zee en snuif gezonde lucht. Ondanks de pandemie, die ook Spanje behoorlijk heeft geraakt, gaat het leven hier op de een of andere manier wat gemakkelijker door. Door het mooie weer, de stralende zon, is iedereen buiten en doet (wel met een mondkapje voor) de inkopen voor de feestdagen. In het ritme van de dag, zoals Spanjaarden al eeuwen gaan. Genietend van ‘un cortado’ op een terras, rustig kijkend naar wat in de straat gebeurt. Hun snelle babbel doet denken dat ze klagen, maar in werkelijkheid delen ze luidruchtig een roddel of gebeurtenis van de dag. Mensen zijn hier met elkaar in gesprek zonder telkens op hun horloge te kijken. Ze hebben de tijd en niet andersom. De tegelwijsheid: ‘Tomar las cosas con tiempo’ gaat hier zeker op. Op dat niveau van bewustzijn deinen we mee in het ritme van het Spaanse bestaan en zullen Nieuwjaar met een glimlach ingaan.

Feliz navidad y próspero año nuevo a todos!

De regen klettert op het platte dak, het doet me naar binnen keren, luiken omlaag en vooral niet naar buiten kijken. Eenmaal binnen, gedraag ik me als een slak, liefst met een goed boek op de bank, luisteren naar muziek of creatief bezig zijn. Creatief schrijven vooral. Mijn prachtig Indiaans dagboekje, met fleurige stof omhuld, verdient alleen maar mooie teksten. Uit dit schriftje put ik energie, haal de woorden tevoorschijn die op dat moment nodig zijn. In deze bizarre tijd waar iedereen wel iets van vindt, merk ik dat we onrustig worden. We willen door, maar iets houdt ons nog tegen om weer vol van het leven te genieten. Anders denken is lastig nu. Gewoontedieren als we zijn. Feesten worden afgelast, kroegen krijgen de wacht aangezegd, ja er is zelfs een avondklok ingesteld. Een gekte dus. Ik sta hierin in een spagaat. Ik gun iedereen de business van weleer en wil weer gezellig een wijntje drinken met zijn allen. Zonder afstand, gewoon weer ouderwets knuffelen en een arm om iemand heen kunnen slaan. Ja, dat mis ik ook. Anderzijds zegt iets mij diep van binnen dat we nog even geduld moeten hebben. En vooral naar onszelf moeten luisteren, laat de tv eens een dag uit en je merkt dat je al anders op zaken reageert. Open Facebook en Instagram alleen om zelf iets positiefs bij te dragen, een gezamenlijke kracht is immers macht. Opbeurende en inspirerende posts helen ons zonder dat we er erg in hebben. Zo werkt het nu eenmaal. We zullen hier samen doorheen komen, hoe zwaar dit jaar voor iedereen ook is. Na harde klappen, gek worden van afmeldingen en een deel van onze business zien wegvallen, zette die zeeën van tijd ons beiden aan het denken. Waar wilden we ook alweer naartoe? Wat was ons eigen, maar ook gezamenlijk proces? We raakten dieper met elkaar in gesprek en lieten ons inspireren door nieuwe inzichten. En dan zet je als het ware een energiekanaal open, het universum helpt een handje mee. Huis in no-time verkocht en de verhuiswagen begin december voor de deur om onze huisraad (geminimaliseerd tot het nodige) 1800 km zuidwaarts te brengen. We pakten de pandemie aan door in onszelf te blijven geloven. Niet zonder slag of stoot. We maakten fouten, vielen hard op onze snufferd, maar stonden weer op. Lieten ons vooral niet weerhouden door negatieve klanken. We gingen niet mee in de mineurstemming, ademden onszelf dagelijks moed in. En nee, ik laat mijn moeder niet zielsalleen achter en mijn kleinkinderen zijn in zeer goede handen. Vrienden voor het leven blijven je vrienden, de crisis laat liefde grenzeloos zijn. Afscheid nemen is niet leuk, maar doe je dat met respect en een hart vol goud, is er geen afscheid. Het is een nieuw begin.

Op het moment dat ik dit schrijf, zie ik vanuit mijn linkerooghoek de esdoorn van onze buren tak voor tak vleugels krijgen. De stokoude boom is ziek, buigt zich nederig en laat de vlijmscherpe zaag zijn werk doen. Hij verliest zijn prachtige tooi, waar ik ruim 22 jaar van genoten heb. Iedere ochtend zei de boom mij goedendag en toonde mij elk seizoen een andere kleur. Alsof hij het geweten heeft, dit einde voor hem, is een einde voor ons in het huis met plat dak, waaronder we lief en leed hebben gedeeld. En dat is de essentie van ons bestaan… Vallen, opstaan en je vleugels uitstrekken naar de horizon, een ferme stap zetten en (je) laten gaan! 

Of lachen zo hard dat je kaken pijn doen. In een ‘split second’ verandert je gezicht van verdrietig naar blij. We hebben elkaar al een tijdje niet gezien. Corona stond ons nu niet in de weg, maar ik was weg. Drie weken naar mijn zonnig (tweede) thuisland, waar jij vroeger nog wel eens naar informeerde. ‘Hoe is het met je vader daar?’, zei je dan. Je was altijd een beetje jaloers als ik terugkwam met mooie verhalen.

Wat had ik daar nu graag met je op een bankje aan het water gezeten, je zou de zee prachtig vinden. Je bent stiller en ook ouder geworden. Ik slik een traantje weg, raap me bijeen, glimlach naar je en vertel over de plekjes die we gezien hebben. Wat we deze reis weer meemaakten en hoe intens turquoise de Middellandse Zee is, met haar vele baaitjes, rotspartijen en kiezelstranden. Keien eigenlijk, waarop het zo lastig lopen is. Je lacht en zegt me vervolgens dat je net je zus gesproken hebt… Mijn tante Alice, die toch al jaren niet meer onder ons is. Je ogen staan dof en ik vraag voorzichtig hoe het met haar gaat. Het antwoord blijft uit. Je draait je hoofd naar het raam en ziet zaken die ik niet zie. Verdrietig neem ik je bij de hand en streel je, ik wil je iets vertellen. ‘Mam, ik ga verhuizen…’ Ik kom niet verder dan die zin, want je kijkt meteen heel verrast naar mijn schoenen. Mooi, zeg je. Mijn schoenen? Of mooi omdat ik ga verhuizen? Het zal dat eerste wel zijn. Want verhuizen of schoenen, de betekenis van beide woorden ken je niet meer. Toch wil ik je vertellen dat ik over niet al te lange tijd erg ver van je vandaan bent. Dat verhuizen ook echt emigreren is. Dat er geen spontane bezoekjes meer zullen zijn, maar zorgvuldig geplande reisjes naar Nederland, naar jou, de kinderen, kleintjes, familie en vrienden. De stap is gezet om buiten onze Nederlandse comfortzone te treden. Vanaf het moment dat die werkelijkheid tot mij doordrong, gaan emoties met mij aan de haal. Blij dat we eindelijk die knoop hebben doorgehakt, verbaast dat ons huis zo snel was verkocht, een tikkeltje verrast dat Corona ons dat laatste zetje moest geven, verdrietig dat ik jou, kinderen en kleinkindjes hier achterlaat. We hebben veel tijd gehad om na te denken over de toekomst. Hij nog meer dan ik. We stelden elkaar belangrijke levensvragen, wat willen we samen nog uit dit prachtige leven halen, zonder al te veel overhoop te gooien en zonder onze goed opgebouwde zaken hier in Limburg helemaal los te laten. We namen een moedig besluit en zetten onze droom om in werkelijkheid. We verruimen onze horizon, treden buiten de geijkte paden, en jazeker, mam, we zullen ook nog wel wat hobbels moeten nemen. Ik hoor je namelijk zeggen: ‘waar begin je aan?’ Maar ook dat hebben jij en pap mij geleerd, nu doen en niet uitstellen tot later!

Angst maakt plaats voor kracht. Door in het centrum van jezelf te gaan staan, put je kracht uit een innerlijk veld. Daarbuiten bepaal je je omgeving, een energieveld dat jou vooral moet voeden en weinig zal nemen. We begeven ons naar een plek waar de lucht schoon is en kwaliteit van leven hoog is. Een plek die ik mijn dierbaren ook gun. Ik fluister in je oor dat ik bij elk bezoek een zakje kracht bij me zal hebben. Om jouw geest te voeden met zonnestralen en ook dan zullen mijn emoties een loopje met me nemen… Er zal veel gelach zijn en heel soms huilen we tranen met tuiten.

De wandeling van vanochtend verloopt anders dan anders. Ik ontwijk paden waar dorpsbewoners hun hond uitlaten en mij liever niet zien aankomen met mijn maatje op vier poten. Hij doet geen vlieg kwaad, maar zijn postuur doet anders vermoeden. Ik ga er niet meer over in discussie.

Omdat ik weet hoe laat zo ongeveer het uitlaatritueel in ons dorp plaatsvindt, probeer ik andere hondenbezitters altijd voor te zijn. Maar goed, vandaag wil ik niet alleen mijn hond de ruimte geven, maar ook mezelf de stilte gunnen. Afstemmen op de natuur. Ik verstevig mijn pas en trek verder het bos in. Balou is het met mij eens, zodra ik hem loslaat rent hij voor me uit. Na zijn behoefte gedaan te hebben, neemt hij ons vaste pad links naar beneden, terwijl ik rechts insla. Een wending die hij niet snapt, maar meteen heel spannend vindt. ‘Zo vrouwtje, even wat anders vandaag?’ Kwispelend rent hij het paadje langs het weiland af. ‘Dit is leuk!’ Het pad wordt weinig gebruikt; ik wijk uit voor laaghangende takken en baan mij een weg over wat een paadje moet voorstellen. Ik stap stevig door terwijl de zon verwoede pogingen doet door te breken. Het deert me vanochtend niet. Ik ben in een stilte terecht gekomen waar de zon altijd schijnt, waar een heleboel vogeltjes luidruchtig hun keel smeren. Ik ontwaak in een totaal andere wereld en blaas even uit op de holle weg die ons eigenlijk weer naar boven moet leiden.

Ik besluit naar beneden te lopen, verder van huis af en zet de tocht in een trance voort. Aan de horizon een klein paradijsje waar mensen in vrede met elkaar leven. Waar geen verschil is tussen jou, mij, zwart, wit, geel of rood. Waar we allemaal verschillend en toch één zijn. Balou brengt me terug in het hier en nu en wijst me dan toch de weg naar boven. Ik lach en snap dat hij terug naar huis wil. Aan de rand van het dorp flitst een gedachte door mijn hoofd. Zij die ontwaakt zijn, staan in het licht. Corona heeft namelijk veel ogen geopend. De ‘lock down’, het verplicht thuisblijven was voor veel mensen heel griezelig, ineens was er geen enkele toekomst meer. Anderen beseften dat er meer op aarde is dan jachten en jagen, (sociale) verplichtingen nakomen of de economie weer sky high drijven. Moeder Aarde liet ons in deze tijd van bezinning ontdekken hoe rijk we zijn en hoe dankbaar we mogen zijn voor een nieuwe dag. Terugdenkend aan onze eigen ‘lock down’, was het een periode van elkaar opnieuw leren kennen. We hadden ineens veel meer tijd voor gesprekken en gingen dieper in op problemen die lang onbesproken bleven, haalden onze grootste angsten omhoog om ze een plek te geven. We gaven elkaar weer het vertrouwen, lieten tranen vloeien. We reikten elkaar de hand en voelden diep van binnen dat dit wat wij hebben heel waardevol is. Dat er compassie is voor elkaar. Weloverwogen maken wij nu de stap naar een nieuw begin, omdat wij de signalen oppikten die de stilte ons gaf. Een ding is zeker, de wandeling samen bepaalt nu onze agenda en niet omgekeerd. Ineens zien we beiden in dat ons leven een lange pelgrimstocht is, die je met bezieling aangaat… Met een stralende zon diep van binnen gaan we op pad.

De wekker geeft 06.40 uur aan en de zon schijnt recht naar binnen. Nooit rolluiken gewild. Al vroeg komt de zon onze slaapkamer binnen en reflecteert via het spiegelkastje aan de muur op mijn gezicht. Wakker ben ik. Niet dat ik dit erg vind, hoor. Integendeel, totaal verduisterde kamers vind ik eng. Dus zonnetje, wek me maar en doe dat vooral nog heel erg lang. De ochtendstond heeft immers goud in de mond en daar maak ik gretig gebruik van.

Na een kort dankwoordje neem ik een paar fikse ademhalingen of mediteer een momentje op bed. Ben hiermee begonnen toen ik hoorde dat mam de ziekte van Alzheimer had en ik pas goed besefte dat iedere dag een zegen is. Het zorgt er in ieder geval voor dat ik fitter mijn bed uitspring, balkondeur opengooi en geniet van de ochtendzon. Ligt het aan mij of besprenkelt de zon ons in deze bizarre tijd met meer zonnestralen? De zomers van vroeger komen weer even naar boven, waar ik als jong meisje de zon ook al zo aanbad. Met ons gezin er vroeg op uit, het bos in, naar het strand of op zomervakantie naar Frankrijk of Kroatië (toen nog Joegoslavië). Heerlijk vond ik dat. Reizen, wildkamperen, gaan waar wij wilden, staan waar anderen niet stonden. Het is mij met de paplepel ingegoten om nieuwsgierig te zijn, te willen ontdekken, mensen te ontmoeten, nieuwe relaties op te bouwen en vooral te genieten van het leven. Wellicht was ik me toen toch al bewust van de kostbare uren op deze aardbol, de zon die me iedere dag riep. Echt ontwaken deed ik pas veel later, voelde ineens dat er meer is dan we met het blote oog kunnen waarnemen. Hierin ben ik geen vreemde eend in de bijt, want meer mensen worden ‘wakker’, ontwaken in een hogere staat van bewustzijn. Een hogere dimensie dat zegt: ‘Blijf niet dwalen, laat los en zet die stap naar een nieuw begin’. Een begin waarin je meer rust en liefde zult ervaren, in een wereld waar mensen met elkaar in harmonie samenleven, waar knuffelen een maatregel is en het woord isolatie uit het woordenboek is geschrapt. Waar liefde voor elkaar de normaalste zaak van de wereld is en alle mensen een stem hebben. Waar geen honger en geen armoede is, maar welvaart voor iedereen. Gaia, onze oermoeder, herleeft op dit moment haar beste tijden, de zeeën zijn schoner dan ooit, dolfijnen dansen voor ons uit en wijzen ons de weg. Engelen in een menselijk en dierlijk jasje vertellen ons hoe ver we van onszelf verwijderd waren. Hoe haalden wij het in ons hoofd om mensen in quarantaine te zetten, voor welk gevaar? Een epidemie zoals de vele epidemieën die we door de eeuwen heen meemaakten en ook weer te boven kwamen. Vanwaar nu die grote angst? Ik laat me graag leiden naar een nieuw begin, naar een toekomst vol bloeiende velden, schone lucht en glashelder water. Juist nu omdat deze tijdzone ons vertelt dat het anders kan. Juist nu omdat mensen naar binnen treden, dieper in zichzelf keren en weten dat het universum iets anders met ons voor heeft. Het zegt: Sla van een pad af dat niet meer past, sla vrienden op hun schouder of laat ze gaan. Durf jij het nieuwe begin aan? Diep in je hart weet je het. Nu nog die stap zetten om je hoofd boven het maaiveld uit te steken. Geen nieuw normaal (schrap die term meteen), maar voor ons samen… Een nieuw begin.  

Op het moment dat de aarde weer ademt en iedereen de kracht van het leven heeft geleerd, ben ik bij je. Dat schreef ik op 21 maart. Het duurt me nu echt te lang en hier sta ik dan. Lachend kom je op me af en geef me een dikke zoen op mijn mond. Het enige dat ons scheidt is het koele, natte raam. De tranen schieten in mijn ogen. Je komt zo spontaan op mijn ‘raamkusje’ af, dat je het venster niet eens ziet.

Daar staan we dan, met de neuzen tegen ‘elkaar’.  Jij zoekt naarstig naar een deurklink of iets om het raam voor me te openen. Ik tast het glas af voor een beetje contact. De verzorgers staan erbij en krijgen een brok in de keel. Ze hebben het er net zo moeilijk mee, de reactie van jou hadden ze totaal niet verwacht. Je maakte zelfs een gek sprongetje, je herkende me meteen… Het liefst gooien ze nu de deur voor jou open. Verdrietig schudden ze hun hoofd.

Het mag niet. Op de deur prijkt een pamflet dat de locatie vanwege Corona nog steeds gesloten is voor niet-bewoners, familie en mantelzorgers. Ik ben zo’n niet-bewoner, familie, mantelzorger, maar wel haar kind. Haar dochter, die zo graag even een knuffel had willen geven. Het mag niet. Zelfs een mens met een goed stel hersenen kan dit niet plaatsen, laat staan de mensen achter deze deur. Zij snappen totaal niet wat gaande is in de boze buitenwereld. In de veilige omgeving van het verpleeghuis probeert iedereen het hoofd koel te houden en neemt de zorg liefdevol de taak van de kinderen en mantelzorgers over. Ze laten haar even alleen met mij en daar zit ik, op mijn hurken voor het raam. Het voelt alsof ik een paar minuten krijg. De gedachte aan een gevangenis schop ik snel weg. Je lacht, zie ik, maar ik hoor niets, alles is potdicht. Raambezoek met babyfoon had gekund, maar dan praat je met de babyfoon en niet met mij.  Je zit in de stoel, brabbelt wat en kijkt me regelmatig aan. Je neemt mij wel waar, beter dan het beeldbellen via een laptop. Dat snapte je helemaal niet.

Als ik dichterbij kom, met mijn neus plat tegen het glas, probeer ik jouw gemoed via je ogen in te schatten. Hoe voel je je, mam? Zie ik achter die doffe oogjes een kleine twinkeling? Ik maak een hartje op het glas, je volgt mijn vinger. Voorzichtig maak je dezelfde beweging. Nog even en ik schreeuw het uit… Waarom doe ik mij dit aan? Ik houd het vol, maar vraag dan toch via de intercom om je weer op te halen. Ik ga weg… Ik moet weg!  Als je nog even opkijkt, prevel ik ‘hou vaan uuch, mam’, geef een luchtkusje, draai me om en loop snel terug naar mijn auto. Eenmaal achter het stuur, breek ik. Mijn god, wat is dit? Wat doen wij onze ouders en onszelf aan? Ik start en druk het gaspedaal diep in. Weg van hier, via een omweg naar huis. Eenmaal ergens ver buiten de stad zet ik de auto aan de kant en adem diep in en uit. De knoop in mijn maag komt los en in mijn hoofd ben ik weer helder. Zo helder dat ik terug ben bij mijn diepere gevoel en mijn gedachten over dit alles. Het feit dat ik haar zonder een knuffel of kusje achterlaat, klopt niet. Dat deed ik vroeger niet, dus nu ook niet.

Langzaam gaat verdriet over in boosheid. Ik ben niet de enige die voelt dat iets goed fout zit rondom deze pandemie. Anderen bepalen dat we elkaar uit de weg moeten gaan, terwijl juist nu het moment is om contact te maken, liefde te geven; zeker de ouderen en de zwakkeren onder ons hebben maar weinig tijd. Zij hebben ons nu keihard nodig. Ontwaak uit deze tragedie die ons is opgelegd. Hoever moet het komen dat dadelijk de hele maatschappij omvalt? Ik maak een vuist tegen de anderhalve-meter-(angst)regel, de onmenselijke protocollen en wil me focussen op een leefbare wereld voor iedereen, en wel nu! Zonder liefdevolle aanrakingen is ons bestaan op aarde een farce, een of andere dwaze klucht… Zonder die kusjes op de mond, speel ik niet mee.

Als straks de stilte voorbij is, wat dan? Gaan we dan weer massaal met de auto naar ons werk of zoeken op zondag de gekte op, op die overvolle winkelboulevards? Raken weer gestrest over te halen deadlines en verliezen onszelf daardoor weer uit het oog? Hebben we dan echt niets geleerd? Die vraag blijft in mijn hoofd rondtollen.

Ik kan me namelijk niet voorstellen dat de stilte, die we nu ervaren, dan voorbij is. Zeker, deze afschuwelijke periode met veel verdriet en onrust over wat ons overkomen is, maakt veel in mensen los. Denk aan de slachtoffers van dit virus. God, wat mag je dan iedere dag danken dat je er weer mag zijn. Dank vooral ook al die mensen die voor ons ‘aan het front’ staan. Medemensen in de zorg, hulpverlening en niet te vergeten de ondernemers die ons van ons ‘dagelijks brood’ voorzien. Al die mensen verdienen een lintje! Echt! Niet op de laatste plaats zijn zij de mensen die ervaren hoe waardevol stilte is, als ze na een zware dag weer huiswaarts keren om rust te vinden. Een belangrijk oplaadstation om de dagen daarna weer paraat te staan. Zij weten hoe belangrijk die adempauze is.

Heeft de stilte jou na deze periode niets gedaan, maakte je eerder gek dan rustig, dan heb je volgens mij niet goed geluisterd. Niet naar jezelf en niet naar de stilte in jezelf. Daar waar juist je kracht ligt om alles te boven te komen, anders te gaan denken en te doen. Daar waar je lawaai inwisselt voor rust, stilte bent gaan ervaren als totaal niet saai. Daar waar je het stemmetje in je hoofd tot bedaren wist te brengen, je mobiel je niet indoctrineerde en het nieuws liet voor wat het was. Alleen als je daar geweest bent, weet je dat het hierna anders kan. Dat je een vuist durft te maken tegen alles wat jou niet (meer) dient. En tijd, vooral veel tijd voor vreugde, saamhorigheid en plezier binnenlaat.

Ik ben geen goeroe of god, maar ik leerde in mezelf de stilte te vinden. Kwam niet in een burn-out of ernstige overspannenheid terecht. Was dat gelukkig voor. Heb jij die stilte in jezelf ervaren, dan wil je nooit anders meer, nooit meer terug naar de drukte (vaak om niets). Eenmaal de rustgevende stilte omarmd, gaat er een prachtige wereld voor je open. Je hoort de vogels fluiten, glimlacht bij een vervelende opmerking en leert zowaar de taal van zwijgen kennen. Ja, de stilte brengt met zich mee dat je mensen met andere ogen gaat zien, dieper en intenser dan ooit tevoren. Je leert dat ieder ander mens op zijn manier, op zijn tijd, zal inzien dat stilte ons grootste goed is. Niet alleen voor hemzelf, maar voor de totale mensheid op aarde. Ja, zelfs de aarde herleeft onder jouw liefdevolle aandacht, tilt haar tot een dimensie, zo hoog, dat een ongekende energie alle ellende als sneeuw voor de zon wegspoelt. Eenmaal geleerd wat deze periode ons heeft willen zeggen, zullen wij de waarde van dit leven inzien. Eenmaal de stilte voorbij… Komen wij samen tot nieuwe inzichten.