Als een boek mij boeit, lees ik het nog eens. Om de woorden nog iets beter te laten beklijven. Uit spirituele boeken haal ik inspiratie. Steeds vaker koop ik boeken die mij iets meegeven, betekenisvol zijn. Soms markeer ik in die boeken hele zinnen om ze te onthouden voor de momenten dat ik weer eens afdwaal, op zoek naar inzichten.

Te vergelijken met een wandeling door het bos, waar de natuurlijke energie mij op inspirerende gedachten brengt. Of nog liever, een wandeling langs het strand, de zon zien op- of ondergaan. Bronnen van energie en ingevingen. Maar terug naar het boek. Op de kaft van het boek is een wirwar aan lijnen te zien, vergelijkbaar met de wirwar in je hoofd. Eronder staat in vette letters: ‘Niet meer alles moeten’. Het zegt genoeg. Het boek geeft de lezer handvatten om non-essentiële zaken van essentiële zaken te scheiden. Want hoe blijf je in jouw eigen kracht als anderen veel van je eisen? Hoe creëer jij eindelijk eens tijd voor de dingen die je al jaren van plan bent om te doen? Hoe laat je los wat niet belangrijk (meer) voor je is? Waar wil je werkelijk je aandacht aan geven? Hoe stap je iedere dag met een smile uit je bed en weet je in elke nieuwe situatie de belangrijkheid van iets in te zien? Is het goed, voelt het goed, moet het of kan het later, geeft het energie of vergt het veel van je? Doe je het uit vrije wil of doe je het omdat het moet? Zo ook in relatie met mensen. Gaat de relatie moeiteloos, respectvol, zonder wroeging, dan is er geen ruis en zit je nooit met een onaangenaam gevoel in je buik. Ben je van plan op een prettige, respectvolle manier met elkaar om te gaan, met oog voor andermans verhaal, dan heb je een vriendschap voor het leven. Elkaar in waarde laten betekent naar elkaar luisteren, ook al ziet hij of zij de zaken anders. Veranderen kun je hem of haar niet, je kunt alleen jezelf veranderen.  Greg McKeown beschrijft hoe hij tot inzichten kwam in zijn eigen drukke leven als journalist. Zo herkenbaar. Hoe zijn leven veranderde door de wereld om hem heen anders te benaderen, aan te geven wat nog belangrijk voor hem is, en wat niet. In mijn leven heb ik, met vallen en opstaan, geleerd onderscheid te maken tussen zaken die er echt toe doen en zaken die me teveel energie kosten. En ja, ik val nog wel eens door de mand, maar leer daar weer van. Deels door goed naar mijn omgeving te kijken en deels door me te verdiepen in mijn eigen ik-je. Stress en drukte vermijdend door stil te zijn. En daardoor de juiste keuzes weet te maken. Als ik door het boek blader, gaan mijn gedachten terug naar dat kleine meisje van 3. Zittend in haar stoeltje voor het grote raam, even alleen gelaten omdat papa en mama beneden in de winkel druk waren. In dat stoeltje zitten vond ik geen straf. Het uitzicht op het plein gaf rust. Nu snap ik dat dit momenten waren die mij gevormd hebben tot iemand die urenlang alleen en vooral ook stil kan zijn. Praten doe ik wel als mij de gelegenheid geboden wordt vanuit mijn hart te mogen spreken. Dan neem ik gretig die ruimte, met waardering voor ieders eigen proces en levensbeweging… Vertrouwend dat zij hun stiltes ook zullen vinden en tot inzicht komen dat niet meer alles moet.

Uitkijkend over de hemelsblauwe zee, pink ik voorzichtig een traan weg. Om me heen leiden anderen hun eigen leven. Lachende mensen op het strand en spartelende kinderen in het water. Ik leg het boek neer, omdat de woorden niet meer beklijven. Mijn hoofd zit vol.

Zelfs schrijven in mijn notitieboekje lukt niet. Woorden vallen niet op de juiste plaats, zinnen komen niet tot hun recht. In mijn buik rommelt het. Heb ik wel vaker als ik me geen raad met iets weet. Dan spelen mijn darmen een gemeen spelletje. Mijn hersenen geven een signaal af, een waarschuwing. ‘Je zit je druk te maken, waarom?’ ‘Over iets waar ik geen vat op heb’, zeg ik hardop. Nerveus pluk ik velletjes weg rond mijn nagelranden. Een tik als ik zit te piekeren. Ik sta op en adem even heel diep in en uit. ‘Even weg van dit strandbedje, ga naar het water’, lijkt iets of iemand me te zeggen. Daar is het een drukte van jewelste en blijf ik – nog steeds – met dat onrustige gevoel zitten. ‘Misschien toch maar even het water in?’ ‘Doen’, zegt dat dwingend stemmetje weer. Voorzichtig zet ik de eerste stap en realiseer me dat ik mijn waterschoenen ben vergeten. Verdorie. Ik waggel ‘heel charmant’ over de dikke kiezelstenen en ben blij als ik het zand onder mijn voeten voel. Hier gaat het ineens heel diep, diep genoeg om te duiken. Dat doe ik dan ook en zwem snel door naar het donkerblauwe deel, waar het water altijd zo heerlijk koel is. Nog een stukje verder en de bodem onder mij verdwijnt. Ik begeef me op zee waar andere zwemmers meestal rechtsomkeer maken. Voor mij de perfecte plek om languit te dobberen… Op mijn rug strek ik mijn armen wijd uit en adem nog eens diep in. Als een kruis lig ik op het water en langzaam verdwijnt het nerveuze gevoel. Ik kom los. Los van de aardse gedachten, los van de onderzoeken die gedaan zijn, los van het angstvallig wachten op allerlei uitslagen. Op dat moment ben ik een met mijzelf en put energie uit mijn natuurlijke omgeving. Het koele zeewater en de blauwe lucht doen hun best om wolkjes te laten verdwijnen. Bij een volgende diepe inademing hervind ik mijn kracht en geef ik alleen nog de positieve zaadjes in mijn bewustzijn water. Aan de negatieve ga ik voorbij. ‘Van wie heb je dat geleerd?’ Is die stem weer. Van hem. Notabene! Hij zou zeggen: ‘Het is een prachtige dag, die enkele wolk drijft wel weer voorbij en als een donkere wolk mij komt halen, dan is het tijd.’ Maar zover is het nog lang niet. Krachtig zwem ik terug naar de kust en neem me voor de positieve zaadjes te blijven voeden voor nog heel veel gelukkige momenten samen… 

Ze zit iets onderuit gezakt in haar stoel. De mond een beetje scheef en haar ogen halfopen. Ze slaapt niet, staart wat voor zich uit. Bij de eerste aanraking maken we contact. Ze richt zich op en vertelt me iets. Geen idee wat. De woorden vallen als puzzelstukjes uit haar mond. Alsof ze opgeslagen lagen om tot een mooie zin te vormen. Het komt er achterstevoren uit. Ik moedig haar aan en zeg dat ze frisse lucht nodig heeft voor de broodnodige adrenalineshot. Dan twinkelen haar ogen… Naar buiten! Het zit nog ergens in haar geheugen opgeslagen; de buitenlucht, vogeltjes, groen. Begrijpen doet ze het niet, maar voelen des te meer. De natuur heeft ze altijd gekoesterd. Urenlang zat ze op haar balkonnetje in de zon. Voeten bungelend over het muurtje, wiebelend op twee stoelpoten keek ze tevreden om zich heen. De geraniumbakken goed gevuld, dooie kopjes werden iedere dag verwijderd voor meer bloei. Het laatste jaar in haar flatje verzorgde ze de planten zo goed dat ze verzopen in al dat vocht. Het vogelhuisje aan de muur lag (te) vol met broodkruimels, waar de muizen op enig moment ook wel raad mee wisten. En dan vroeg ze zich af hoe die muizen toch boven kwamen, want ze woonde immers driehoog. Boos reageerde ze op het vele vliegverkeer en de uitstoot dat vliegtuigen achter lieten. Ze had er geen verstand van, maar voelde toen al aan haar water dat die ‘chemtrails’ schadelijk zijn voor mens en dier. Zat ze niet op balkon, dan ging ze het liefste op pad, weg van de stad om haar zussen in het groene Heuvelland te bezoeken of de avondzon bij ons achter de bomen te zien zakken. Zo mooi vond ze dat. Stak dan altijd de hond iets lekkers toe, floot naar alles om haar heen en was gelukkig met die kleine geneugten van het leven. Mam was absoluut niet eenzaam. Totdat haar geheugen haar beetje bij beetje in de steek liet…

In dit rieten stoeltje in een andermans (zorg)huis, houd ik haar hand vast en denk aan de tijd dat ze geestelijk nog onder ons was. Het enige wat ik nu voor haar kan betekenen is haar dat uitje naar buiten gunnen en met haar te babbelen op ‘Jip en Janneke’ niveau. Gevangen in haar cocon ziet ze de wereld erbuiten niet meer. In die voor ons onzichtbare wereld treft ze anderen in een dimensie, waar ze vrede heeft. Haar geheugen laat los, wat rest is een gestel dat zo af en toe nog de kracht heeft om zich te uiten, dan tuit ze haar lippen en trakteert mij op fluitdeuntjes die feilloos zijn blijven hangen.

De deur naar buiten staat wagenwijd open. Het is zondagochtend, klokslag 08.00 uur. Het uitzicht is vertrouwd en weer fenomenaal. Wuivende palmbomen en een licht briesje trekken me weg van het huis in rust. De jasmijn voor mijn neus geurt krachtig en de eerste bijtjes zijn druk in de weer om de nectar tot zich te nemen.

De zon is allang op en straalt me tegemoet. Om de hond naast ons huis niet op te laten schrikken, open ik voorzichtig het poortje naar de straat en sluip stilletje, op mijn blote voeten, naar de overkant waar ik mijn voeten voorzichtig op een van de tegels op het paadje plaats. Naast mij staat de cactus die ik hier in no-time heb zien uitgroeien van pot-cactusje tot heuse krachtpatser. Ook deze plek is zo vertrouwd. Een oplaadplek waar mijn innerlijke batterij zich laaft aan de krachtige energie, hier, direct onder mijn voeten. Kippenvel tot in de haarvaatjes op mijn kruin. Een zinderend gevoel van geluk gaat door me heen. Ik kijk uit over een groen dal, met hier en daar een witte villa of een verlaten sinaasappelgaard.  De grijze streep daarachter, gelukkig voor een groot deel aan het oog onttrokken, is de A7, die noord met zuid verbindt. Op deze vroege zondagochtend is het nog rustig en staat de wind in de goede richting. Ik heb geen last van verkeersgeluiden. Mijn blik richt zich snel verder, springt over het grijze deel heen en focust zich op de blauwe lijn daarachter. Mijn geest slurpt alles uit deze natuurlijke ader als het ware op, mijn borstkas vergroot zich, ik word een met de zee. Ik adem diep in en ontdoe mij van de pijntjes in mijn onderrug, voel me volledig in mijn element. Je hoeft niet spiritueel te zijn om te weten dat dit ieder mens goed doet. Je voelt gelijk dat je tot meer in staat bent dan je denkt. Dat elke belemmering die je jezelf oplegt in elke seconde van je leven te veranderen is. Als je het de kans geeft. De belemmering in mijn rug is weg en ik buig soepel voorover voor de eerste zonnegroet. Stel me open voor de magische kracht van de aarde en behandel dit gegeven met respect.  Mijn hoofd raakt leeg en ik ben zelfs in staat mijn gevoelens te veranderen. Een lange uitademing geeft ruimte en opent de deuren naar een hoger bewustzijn, mijn geest is kalm. Spontaan komen inspirerende gedachten naar boven die me vervoeren. Laat je leven domineren door vrolijkheid, dan vallen belemmeringen weg en put je kracht uit die positieve staat van zijn. Maak van iedere dag een feest, ook als het (even) tegenzit. Als vanzelf vallen dan alle puzzelstukken in elkaar. Staar je niet blind op gesloten deuren, maar richt je op alle deuren die open staan… Het vrolijke veranderproces is dan snel in gang gezet.

Staat op mijn inspiratiekaartje van vandaag. De kaartjes liggen op een handgemaakt mandje uit Indonesië. Op het dekseltje is een houtsnede van een palmboom te zien en op die deksel zit een goedlachse Boeddha.

Het mandje heb ik jaren geleden gekregen van de meest reislustige duifjes onder ons, mijn broer en schoonzus. Het is inmiddels een klein ‘altaartje’ geworden en het bijzondere is dat iedereen er even bij stilstaat om een inspiratiekaartje te trekken. Dat ritueeltje, een kaartje nemen, hoort er bij ons gewoon bij. Vandaag trek ik het kaartje ‘wees dankbaar’ en lach. Ik ben vanaf het moment dat mijn moeder me ter wereld bracht, dankbaar. Mijn vader hing zelfs de vlag uit voor de geboorte van zijn oudste dochter. Dankbaar werd ik ontvangen en aan de borst gelegd. Nog dankbaarder dronk ik met volle teugen moeders melk en groeide op tot een levenslustig kind. In voor alles wat het leven voor me in petto had. Dankbaar voor de tomeloze energie van vaderlief, die zijn spaarzame vrije uren met mij doorbracht om mij het rekenen onder de knie te brengen. Ik ben er nog steeds niet goed in en reken me altijd te rijk. Nu weet ik dat dit een goede eigenschap is, want je kunt dan nooit te weinig hebben. Die positieve instelling maakt dat ik het leven zie als een groot geschenk. Dankbaar voor het grootste geschenk in mijn leven, de geboorte van mijn zoon. Zo’n zielsverbond gun ik iedere moeder. Situaties en mensen waar ik geen energie van krijg, laat ik links liggen. Familie, vrienden en plekken waar ik mij volledig bij kan ontspannen, zoek ik op. Kan uren kijken naar natuurfilms, boeiend hoe de dierenwereld in elkaar steekt. Wandelen in de natuur helpt me mijn eigen ruimte te behouden in het leven dat ik leid. Open staan voor het goede en mij niet laten ‘indoctrineren’ door de reptielen onder ons. Mijn ziel zoekt steeds meer de verbintenis met zichzelf, dat positieve kind in mij. Die stoere meid van vroeger is dankbaar voor de gevoelige snaren die ze heeft meegekregen, zodat op willekeurige momenten tranen van geluk, maar ook verdriet, kunnen vloeien. Snaren die haar sterken in het tonen van haar zachtheid. Deze dame is dankbaar voor de inzichten die haar in staat stellen kleine wonderen te verrichten. Open staan voor alles en uitdagingen durven aangaan. Mag ik alsjeblieft kiezen voor een liefdevolle wereld, waar dankbaarheid vanzelfsprekend is? Saamhorigheid het grootste goed is. Wees lief en dankbaar, dan krijg je dat wat je als waarde bij je eerste ademteug is meegegeven. Een leven.

Als ik mijn weg naar huis vervolg blijft een zinnetje hangen. Je leeft in twee werelden. Ik trap het gaspedaal nog meer in en draai de autoweg op. Weg van de verpleegkliniek waar mam nu al meer dan twee jaar woont. Een prima plek voor haar, maar ik vind het niet altijd gemakkelijk om daar naar binnen te gaan. Ook al zou je denken dat ik nu toch eens aan die situatie gewend zou moeten zijn. Dat is niet zo. Hoe kun je nu aan een moeder met dementie wennen? Het is zo’n akelige, onomkeerbare, ziekte, de feiten liegen er niet om. Haar geheugen ‘brokkelt’  beetje bij beetje af en er komt een moment dat ze me niet meer zal herkennen. Ik schud die gedachte van me af en concentreer me op de weg. Als ik de weg richting Valkenburg insla, blijven de woorden ‘in twee werelden’ maar komen. Op wie slaat dat nou? Er is slechts nog één wereld waar mam in leeft, waarin haar belevingsvermogen ook nog eens heel kort is. Vanmiddag nog. In een seconde is ze kwijt dat we samen op het terras een kopje koffie hadden gedronken en bij terugkomst in de gezamenlijke woning groet ze me in plaats van gedag te zeggen. Hoe lastig is het dan om niet te reageren… Mam, we zijn net nog samen buiten geweest! Haar wereld wordt kleiner en is niet meer de mijne.

Ik leef zelf in twee werelden. Aan de ene kant druk met de zaak, het ondernemen, afspraken, nieuwe opdrachten binnenhalen, deadlines halen, adviseren, debatteren, zakenrelaties onderhouden, inhoudelijke documenten beoordelen en, ja zelfs, weleens bekritiseren. Aan de andere kant bestaat mijn wereld uit samenzijn met familie en vrienden,  inspiratie opdoen, dromen (verwezenlijken), reizen, lezen, schrijven, mediteren, een goed glas wijn drinken, lekker én gezond eten, luisteren naar een zangvogel, de natuur zien ontwaken, wandelen en (geestelijk) fit blijven op de yogamat. Een wereld die steeds beter bij me past, omdat daarin het ‘ZIJN’ vanzelfsprekend is. Drukte is in die wereld een vies woord. Ik rijd Valkenburg binnen, neem mijn stuur stevig vast en rek mijn rug als ik voor een gesloten overweg kom te staan. Ik besef dat de twee werelden mij prima in balans houden.  De drukte in de ene wereld gaat me zelfs beter af door de inspiraties en rust in de andere wereld. In mijn ‘bovenkamer’ is geen plek voor gepeins of stress. Door een groter relativeringsvermogen creëer je een sterkte dat het gepieker afzwakt. Dat is een mooie gedachte voor vandaag. Ik lach in mezelf en zie in mijn binnenspiegel een man in de auto achter mij knikken. Is hij het met me eens of moet ik gewoon (en snel) doorrijden? Ik steek mijn duim omhoog, lach naar hem en trek op. Het beste uit twee werelden halen, zelfs achter het stuur…😊

 

Kippenvel bij de eerste tonen van Ave Maria… De kerk zit vol. Het is een ode aan een prachtig mens, overgegaan na een lang leven op deze wereld. Ze had een mooi, vervuld leven. De moeilijke tijd in de Tweede Wereldoorlog, het verlies van haar vader op jonge leeftijd, later een kind en nog veel later haar man, beschadigde haar. Toch kwam ze weer krachtig overeind en kon door de aanwezigheid van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen het leven van een zonnige kant blijven zien, ondanks haar lichamelijke ongemakken op latere leeftijd. Ik mocht haar zo graag. Ze was een van die tantes die altijd vroeg hoe het met je ging. Nooit legde ze de nadruk op zichzelf. Haar interesse in de mens was groot. Dat blijkt ook uit de intens warme woorden tijdens de mis. Allemaal even liefdevol voor een vrouw die haar leven in het teken zette van anderen. Totdat ze het niet meer kon en haar lichaam het liet afweten. Na 94 jaar. Ingetogen schoonheid paste haar, zoals de schoonheid van de kerk waar ik ben in samenzijn met familie, vrienden en kennissen. We nemen afscheid van haar. Met gezang en gepaste muziek op de achtergrond, kom ik even los van alles wat er speelt. De kist met bloemen, het zacht gesnotter van anderen, verdwijnen terwijl ik opkijk naar een glas-in-loodraam in de zijbeuk van de kerk. Maria met kind kijken me aan en lijken iets te zeggen… Misschien wel dat ik me geen zorgen hoef te maken over mijn eigen moeder, waar zij zo mee begaan was. Mijn tantes zorg werd groter toen de vergeetachtigheid toesloeg en het geheugen van mama steeds meer achteruit ging. Zo scherp als zij nog was op haar respectabele leeftijd, zo wazig werd mam’s verhaal. Maria, haar jongste zus, had een speciaal plekje in haar hart. Haar zusje was altijd al een buitenbeentje. Snel losmakend van het dorpse trok ze met haar Amsterdamse liefde naar Maastricht. En leidde daar een heel ander leven dan ze in het dorpje Spaubeek gewend was. Van dorpse meid naar een stadse madame, het werd niet altijd begrepen. Toch hielden haar zussen op afstand een oogje in het zeil. Tante Henriette nog het meest. Maria kijkt me aan en knipoogt: ‘Haar zus zal als een engel over haar waken, vertrouw daar maar op’. Met een glimlach dank ik mijn tante: “Bedankt voor de tijd en de liefde voor uw zusje Maria, mijn moeder. In haar geheugen bent u er nog en denkt ze u morgen gewoon weer te zien…”

De aanraking doet ons beiden goed. We gaan het nieuwe jaar vol goede moed tegemoet en laten de tijd voor wat ze is. Want wat gisteren was, laat staan vijf minuten geleden, is toch niet meer. Zo in het hier en nu leven, is fijn. Echter, als de herinnering aan dat moment je steeds sneller ontvalt, komt de eeuwige stilte beangstigend dichterbij. Daarom neem ik je bij de hand en duw je zachtjes naar buiten. Je bleke gezicht krijgt meteen kleur als de kou je om de oren slaat. Toch doet het goed en maakt mijn hart een sprongetje als je een sneeuwklokje nog weet te benoemen. Zachtjes fluit een merel met ons mee op deze druilerige decemberdag. Bij de grote eik vertel je me dat je hier vroeger altijd met je zussen speelde. Ik knik en laat het maar voor wat het is… Die boom in dit park staat ver van jouw geboorteplaats. Geen herkenning van omgeving, geen herinnering meer aan tijd. Langzaam brokkelt je geheugen af tot de kennis die er het langste zit. Een geschiedenis die ik niet ken. Voor mij een reden te meer om alles uit het moment te halen en te genieten van elkaars gezelschap. Want hoe onrustig de wereld om ons heen ook is, dit magisch moment neemt niemand ons af. We gooien ons hoofd in de nek en lachen zoveel we kunnen. We maken een lange neus naar alle onvrede op aarde, want zolang jouw ogen stralen bij de bonte verzameling aan fijne herinneringen en je mensen, muziek en omgeving nog enigszins herkent, doet niemand ons wat. Kom, geef me je hand. Het traantje dat ik wegpink krijgt een boodschap mee voor iedereen die het horen wil. Besef dat de dag, dit etmaal, je gegeven is. Reik elkaar de hand, deel vreugde en verdriet… Nu het nog kan.

 

When you are having fun. Tijd vliegt als je plezier hebt. Sta je daar weleens bij stil? Ik wel. Zo lijkt de rit die ik bijna 20 jaar geleden naar Vilt maakte, als de dag van gisteren. Op weg naar mijn nieuwe liefde, in een ander omgeving. We kochten samen zijn ouderlijk huis en hielpen schoonmama met verhuizen naar de overkant van de Rijksweg. Het grote verbouwen van de semibungalow uit 1961 kon beginnen. Mannen (met en zonder baarden) liepen in en rond ons huis om het eens goed onder handen te nemen. Wat waren we gezegend met deze ploeg. Bloed, zweet en tranen heeft het gekost voordat we eindelijk konden gaan leven in het huis op de hoek, dat door buurtbewoners al jaren niet meer opgemerkt werd. De bungalow, tegenover Café An de Grwate Wèch, was door de grote bomen in de tuin volledig aan het zicht onttrokken. Bij de val van de grootste den in de voortuin kwam het licht weer naar binnen.

Nu, 19 jaar later, kijk ik door het grote raam naar buiten en zie mijn leven als een film aan me voorbijgaan. Dit markante huis heeft een historie met verdrietige, maar vooral ook gelukkige momenten. We hebben tradities voortgezet en maakten van elk moment een feestje: Amstel Gold Races, WK Wielrennen, Sinterklaasavonden, Oudejaarsavond met familie en vrienden. Onder dit platte dak is heel wat afgelachen. Het was een baken voor mijn zoon, die zich hier kon ontwikkelen tot de man die hij nu is. Later, toen onze bedrijven veel tijd van ons gingen vergen, werd het een plek waar we vooral rust konden vinden. Het huis waar schoonmama nog altijd trots op is, een veilige haven met de Boerboels Nelson en Balou achtereenvolgend in onze buurt. De tijd vliegt en veranderingen zijn gaande. Dat geldt ook voor de overbuurtjes die na noeste arbeid de deuren van hun zaken sluiten. Het zal vreemd zijn die laatste draai van de sleutel in het slot. Zij kwamen 22 jaar geleden  naar Vilt en gaan nu als eerste weg, met nieuwe uitdagingen in het vooruitzicht. Time flies…

Have fun

Dan ben ik bij je. Overbrug elke afstand om mijn hoofd op jouw schouder te leggen. Als ik aan jou denk, dan verschijnt een glimlach op mijn gezicht. Jij, ver van hier, maar in mijn hart dichtbij. De vreugde die je uitstraalt, de positieve houding en de oprecht warme lach, geeft me vleugels. Zit ik er even doorheen, dan denk ik aan jou en neem de dingen niet meer zo serieus. Je brengt het goede in elk mens naar boven, hebt oog voor zaken waar wij te snel aan voorbij gaan. Je laat daarbij in het midden of iemand goed is of fout. In elke persoon zie jij een goddelijkheid, ook al zag je de waarde daarvan pas op latere leeftijd. De ambitie om iets van je leven te maken, gaf je aan mij door. En niet alleen ik, alle drie leerden we al op jonge leeftijd op eigen benen te staan. Dat moest ook wel, want je was zelf te druk. Later, toen jij je leven een andere wending had gegeven,vertelde je me dat het je speet. Je had verdriet om het gebrek aan tijd voor de kinderen en dat je daarom de zondagen zo had gekoesterd. Ik snap nu waarom. Je leerde mij het leven zo in te richten dat de tijd me niet zou inhalen. Neem jouw tijd, zei je me. Als ik aan je denk, dan zie ik nu een gelukkig mens op leeftijd, zijn zware bagage inmiddels afgeworpen, bedachtzaam luisterend met dat wijsvingertje aan de wang. Een gebruind hoofd over boeken gebogen met de bril scheef op zijn neus. Leren doe je nog iedere dag. Over het leven en het onderbewustzijn. Pa, leef, leer en verwonder je nog lang in het paradijsje onder de Spaanse zon en verwen me dagelijks met jouw lach. In jouw kielzog bewandel ik het (spirituele) pad om, net als jij, harten te vullen met oprechte genegenheid.