Na een frisse duik komt een deuntje binnen… Easy like a Sunday morning van de Commodores. Ik stap uit het water en trek de handdoek wat steviger om mijn natte lijf. De zon is al warm, ik heb nog geen zin om me om te kleden. Ik trek een beach chair bij en ga zitten. Koud lijf, haren nat, maar van binnen zo voldaan warm. De ochtendzon, de stilte, just me. Geen geluiden, geen stoorzenders, geen vragen. Gewoon even wakker worden, uitkijkend over de velden. De blik op oneindig en toch zoveel verschillen zien in het landschap voor mij. De zon zet elk deel van links naar rechts in een ander schijnsel als ze van oost naar west draait. Lagen de bergen rechts van mij in de vroege ochtend nog in de mist, de ochtendzon laat die als sneeuw voor de zon verdwijnen. De heuvels aan mijn linkerzijde beschermen ons tegen de zee waardoor het onmogelijk is om van hieruit de horizon te zien. Weten dat de zee daarachter ligt, is een fijn gevoel. De lucht erboven is strakblauw. Ik mijmer nog even door en vraag me af of ik hier eerder ben geweest. In een vorig leven? Wat is mijn bestemming, welk onderdeel van mijn pad is dit? Het voelt in ieder geval goed. Dat Teulada achterbleef in mijn ontdekkingsreis langs de Costa is te wijten aan de ligging. Het dorp ligt hoog op een heuvel, afgeschermd door een doorgaande weg naar de kust. De Avenida del Mediterraneo leidt regelrecht naar Moraira, naar de zee. Ik doezel een beetje in en mijn reis gaat verder dan ik nog kan waarnemen. Ik voel een hand op mijn arm, geruststellende kneepjes maken we wakker. Ik kijk in de ogen van mijn moeder, die net zoals ik zo kan genieten van de zon. Ze wipt met de stoel op de achterste twee poten, zoals ze vroeger al deed. Nooit stond die stoel op vier poten, ze zat dan met de rug tegen de muur van haar balkonnetje in Maastricht en keek uit over het MECC en het spoor richting Luik. Ik knipper met mijn ogen en zie alleen nog een zwaluw water nippen uit het zwembad… Een rust valt over me heen. Mijn Zen-momentje gaat over in een stevige wandeling door de steengroeve als ik een app-je doorkrijg. Ik kijk naar haar, genietend van het zonnetje in Heerlen. Naast haar zit mijn zus. Het kan niet anders dan dat ze mij vanochtend gewaar was, ook al kan ze het mij niet vertellen. Direct na dit bericht gaat de dag over in totale rust en ontspanning. De fysieke inspanningen van de afgelopen weken in de tuin zijn voelbaar, maar lichaam én geest varen er wel bij. Een zijn met de natuur, op tijd naar binnen keren, goed zorgen voor jezelf, dat zijn de echte waarden van dit leven. Je krijgt energie, laat angsten los en ongekende kwaliteiten krijgen de vrije ruimte. Ook manlief bloeit op door dingen te doen die hij nooit eerder gedaan heeft. Het metselen van een muurtje, schilderen van buitenmuren of het repareren van de maaimachine; niet lang nadenken, gewoon doen. Vroeger lieten we dat aan anderen over. Nu slepen we samen grote oude takken naar de composthoop en leggen samen een jeu-de-boules-baan aan. Keien die we her en der in de grond vinden, gooien we op een hoop. Die komen altijd nog van pas. En weet je wat het mooie van dit alles is? Het hoeft morgen niet af. Easy, like a Sunday morning…

Ze maken mij blij, die wolkjes aan de lucht. Na een zonnige dag dansen ze vrolijk over de toppen van de Sierra Bernia, vallen als witte vlokken over haar uitlopers en nemen de zon in hun kielzog mee. Zij zet op haar beurt het hoger gelegen dorp Benissa in een prachtig avondschijnsel, glijdt als een Heilige Madonna over de witte huisjes, gooit haar gouden mantel over het dal om vervolgens over een andere top in zee te springen. In het voorbijgaan kust ze nog even zachtjes de kerktoren van ons dorp Teulada. Ze maakt mij deelgenoot van dit natuurlijk schouwspel en ik sta met mijn mond vol tanden. Paf! Wat zijn we toch nietig. De natuur verwondert en toont haar prachtige tooi zo vaak dat we daar meer bezorgd over zouden moeten zijn, omdat nog maar weinigen dit zien en zich liever drukmaken over andere zaken. De hedendaagse malaise, problemen op allerlei vlak of de toestand in de wereld, weegt niet op tegen wat ik hier aanschouw en nog belangrijker, waar ik energie uit put. Het was vandaag zo’n dag van geregel, in een ander land, in een nieuw huis in combinatie met werk, nog wel een dingetje. Het gaat ons goed af, maar vandaag wist ik even niet waar te beginnen. Als ik dan op mijn slippers de wei afdaal, even weg van het huis, val ik totaal stil. Dat is niks nieuws, lopen in de natuur doe ik al jaren, het letterlijke afschakelen. Maar met een weiland aan mijn voeten, gaat het hier als vanzelf. Ik pak olijfbomen en amandelbomen vast, voel, ontdek en bewonder. Ik pluk nog wat bloemetjes en laat alles volledig los. Ook de oeverloze discussies, de verschillende meningen, de ergernissen online of op televisie, het constant verdraaien van de werkelijkheid, het kweken van angst. Ik word er kriegel van. Diep van binnen voelt het namelijk anders. Weet ik dat wat nu gaande is, niet klopt. Daarmee wil ik niet zeggen dat er niets is, maar het in ongewisse houden brengt ons nergens en laat mensen achter in angst; houd hen aan het lijntje. Elke rimpel die wij aan het oppervlak creëren, vertroebelt de (innerlijke) geest des te meer. Rust is wat we nodig hebben om zaken weer helder te kunnen overzien. Sprong ik vroeger gelijk ergens bovenop, nu ga ik als een oude – laten we zeggen wijze – poes in mijn mandje liggen. Neem een rustpose aan en kijk om me heen. Peil de zaak vanuit mijn mandje en bepaal dan of het nodig is om toe te slaan of, in veel gevallen, de situatie uit de weg te gaan. Uiten blijf ik doen, maar op een andere manier. Opvoeding, levenswijsheid en spirituele lessen gaven mij de inzichten dat er meer is tussen hemel en aarde. Leerde ik dat bij vaker naar binnen keren, ik des te krachtiger in het leven kwam te staan. Probeer het eens, een half uurtje per dag stil zijn, mediteren of wandelen in de natuur, zonder mobiel, zonder geluid. Geen afleiding, alleen jij en jezelf. De kern van jouw verhaal komt dan vanzelf naar boven. Je wordt als het ware ‘wakker’, begrijpt ineens veel duidelijker waar het leven over gaat. In die staat van hoger bewustzijn reageer je niet meer impulsief en neem je – hoe ongevoelig het nu ook klinkt – de problemen niet meer tot je, maar laat ze bij de eigenaar daarvan. Wat er voor in de plaats komt is compassie, het meevoelen… De dansende wolkjes doen de rest.  

Dikke keien landen als kogels in het water. Enthousiast als hij is, probeert Balou ze onder water terug te vinden. Met zijn kop duikt hij keer op keer dieper de zee in, niet wetende dat het zilte vocht wel eens via zijn neusgaten naar buiten kan komen. Niets deert hem om het kunstje nog een paar keer te vertonen, totdat hij door heeft dat die stenen geen snoepjes zijn. Hem zo bezig te zien, maakt het kind in mij los. Al snel ren ik mee tot aan de volgende opkomende golf. Ik duik hem niet achterna als hij weer het zilte nat kiest. Nog net niet. Ook al fluistert een ‘Wim Hof’ stemmetje in mijn hoofd ‘Kom op! Doen! Trotseer de kou, adem er maar eens lekker doorheen’, laat ik het toch maar even voor wat het is. Niet gekleed op een duik! Ik gooi mijn hoofd achterover en snuif de zeelucht op uit de kolkende golf en voel hoe goed het mij doet. Mijn luchtwegen varen er wel bij. Ik voel mij hier als herboren. Ruim drie maanden in Spanje en ik ondervind de goede luchtkwaliteit aan den lijve. Niet alleen vanwege de achterliggende bergketen, de Sierra Bernia, heeft deze regio een stabiel, subtropisch klimaat. De 320 dagen zon per jaar, maken het tot een hemels klimaat. Sla de boeken er maar op na, mensen leven hier gezond(er) en worden héél oud. Dan doet de Spaanse cultuur er nog een schepje bovenop, omdat het klimaat je ‘dwingt’ de tijd te nemen. De uitdrukking ‘mañana, mañana’ mag dan gerelateerd zijn aan iets wat nooit afkomt, omdat Spanjaarden het niet zo nauw nemen met afspraken, het heeft ook te maken met hoe zij de tijd beleven. En daar gaat het nu juist om. Het leven, la vida. Een werkdag of niet, stipt om 10.00 uur laat de loodgieter, ambtenaar, bouwvakker of secretaresse letterlijk alles uit de handen vallen voor een koffiepauze op een terras of aan de bar van een plaatselijk café. Pas na een cortado of carajillo (koffie met een scheutje likeurtje) gaan ze weer aan het werk. Toen de corona-maatregel hier de horeca zo zwaar trof, was iedereen ontregeld, ja zelfs ontredderd. Thuis koffiedrinken, laat staan ontbijten, is oer-Hollands, dat kennen ze hier niet. En met die opgelegde maatregel werd hen ook de broodnodige vitamine D ontnomen. Ze kwamen niet of nauwelijks buiten. We weten allemaal dat dit juist de gezondheid tegenwerkt. Gelukkig is de horeca hier weer open en staan de stoeltjes al vroeg in de ochtend klaar voor de eerste trouwe bezoekers. Met het opheffen van die sluitingsmaatregel verdwenen vermoeide blikken achter groezelige mondkapjes als sneeuw voor de zon. Ik geniet van het heerlijk drukke gepraat, in toonhoogtes die ons soms doet opschrikken, maar het gaat weer ergens anders over. Nu die mondkapjes nog massaal het vuur in en we kunnen weer breeduit lachen. Mañana betekent zoveel meer dan alleen maar morgen, het is ook vandaag voor vrijheid kiezen, voor een vrolijk praatje op straat, met de buurman op de hoek of met vrienden op een terras ‘sterke’ verhalen uitwisselen. Mañana is sneller daar dan je denkt. Iemand met compassie en enthousiasme tegemoet treden betekent dat je vandaag vrienden maakt voor morgen, om samen te stralen, ongeacht de tijd… Vandaag, mañana y pasado mañana.

‘Awel, een oude kapel moet ge versieren’ lacht de gastvrouw als ze de kasjmier sjaal in ontvangst neemt. De middag kan niet meer stuk. We lachen hartelijk mee en voelen ons gelijk bij deze lieve Vlamingen thuis. We zijn nu bijna twee maanden in Spanje en treffen leuke mensen op ons pad. Dat is fijn nu we veel minder contact hebben met onze dierbaren in Nederland. Het gemis is groot en gaat soms gepaard met een traan, zeker als ik mijn kleinkinderen op mijn mobiel in beeld krijg. De twee zonnestraaltjes spelen verstoppertje in de woonkamer, zo’n 1800 km van ons vandaan. Dean stevig op de beentjes, Dana lieflijk dansend erachteraan. Een genot om naar te kijken. Op zo’n moment doe ik een moord voor vijf minuten knuffeltijd. Toch maakt ook een dankbaar gevoel zich meteen van mij meester, lach ik uitbundig met hen mee en prijs hun schatten van ouders. Ze doen het samen zo goed. Denk ik aan mijn lieve mam, dan overheerst een totaal ander gevoel. Onmacht is het goede woord. In gedachten ben ik bij haar en pak haar hand. Ze lacht en brabbelt wat in mijn oor. De verzorgers die haar met veel engelengeduld in een stoel zetten zijn stuk voor stuk kanjers. Dat de signaaltjes voor een stapje naar links of naar rechts of een taakje vervullen niet meer worden afgegeven, is verdomd lastig te accepteren. Eens zo’n zelfstandige vrouw, nu volledig overgeleverd aan de zorg. Haar zilveren ring met blauwe steen, een vast sieraad aan mijn vinger, koester ik nog meer dan voorheen. Gelukkig blijft zij verschoond van alle ellende waarin de wereld zich op dit moment begeeft. Dat ze de eerste vaccinatie heeft moeten ontvangen, slikte ik met pijn in mijn hart weg. Ik ben niet voor. Maar zij zal het zelf – bij mentale gezondheid – wel gewild hebben. Ze haalde jarenlang getrouw de griepprik. Een pluspunt is dat zij zich nu geen zorgen maakt over de verscherpte maatregelen, de avondklok, de testen en verplichte mondkapjes. Hoewel zij vroeger zeer volgzaam was, had ze ook een eigen stem. Heel nadrukkelijk zelfs. Hoe ze dus in deze situatie zou hebben gestaan, staat alleen in de sterren geschreven.

Wat ik wel weet is dat ze niet tegen onrecht kon. Zelfs nu nog neemt zij het op voor anderen, is iemand verdrietig dan pakt ze hem of haar bij de hand. Daar kan ze echt niet tegen. Mam zei altijd: ‘De wereld is hard, kinderen, vecht voor je gelijk, voor je eigen recht!’. Zij zou heel goed passen in een nieuwe wereldorde waar vrouwen aan het roer staan, waar wijze vrouwen menswaardige regels opstellen en een voorbeeld zijn voor een maatschappij in harmonie. Iedereen evenveel en de wereld alles. Koesteren wat de aarde ons schenkt en teruggeven wat haar toekomt. Vrijheid staat in alle wetboeken met vette letters geschreven. Een maatschappij waarin breeduit lachen wordt gestimuleerd en ons niet wordt ontnomen. Waar een ‘dank je wel’ na elke maaltijd een gewoonte is. Een bewuste wereld zonder vrees, chaos en onrust… Met vrouwen die Moeder Aarde, onze oude kapel, weten te versieren om (opnieuw) te stralen.

‘Je kunt de komende weken niet naar mam!’ De zin blijft ijzig stil tussen ons in hangen. Mijn zus aan de lijn, de eerste die hoort hoe het met mam in het verpleeghuis is gesteld. Ondanks dat zij er werkt, mag ook mijn zus niet meer naar binnen en wordt de was, op veilige afstand, bij de voordeur aangenomen. ‘Hoe lang?’, vraag ik voorzichtig.

Natuurlijk had ik dit zien aankomen, het is immers breeduit in het nieuws. Het virus slaat om zich heen en raakt de zwaksten onder ons. Mam is zwak. Gelukkig niet lichamelijk, maar geestelijk gaat ze achteruit. De zorgverleners hebben er voor elke bewoner een taak bijgekregen; extra aandacht geven. Voordat het virus doorbrak omarmden zij kinderen en mantelzorgers voor de hulp, zodat zij hun vaste werkzaamheden konden doen. Ze werden ontlast door even naar buiten te gaan met mam, een kort wandelingetje door de gang of gewoon naast haar op de bank te zitten en te knuffelen… Nu doen zij hun uiterste best om alle bewoners evenveel aandacht te geven. Het is lastig, maar het gaat. ‘Kan wel even duren, we weten het niet’, zegt mijn zus. Ik denk aan mam, een knuffelmens, die je hand pakt en, als haar geheugen even meewerkt, er een dikke kus op geeft. Die even gekscherend als serieus naar je knipoogt, haar hoofd op de schouder legt als teken dat ze een kusje in haar hals verwacht. Haar fijngevoelig plekje. Een zachte zoen op haar wang, een tedere omhelzing… Oh, god, wat zal ze dat nu missen. Ook al weet ze het zelf niet. Ik troost mij maar met die gedachte dat zij geen notie heeft van wat zich buiten de muren van haar verblijf afspeelt. Dat een virusgolf de wereld beheerst. Zolang zij veilig is, zal zij net als de lente overgaan naar de zomer en het nooit hebben geweten. We zullen dan weer samen dansen, zoals we voor de uitbraak deden.  Hoewel haar weten afneemt, haar voelen blijft. Ze was er als jongste in het grote gezin al gevoelig voor. Het gemis aan ouderliefde, werd in haar prille huwelijk goedgemaakt. Als aanrakingen minder werden, dan vroeg ze er nadrukkelijk om. Niet zonder een kusje de deur uit, weet ik nog. Ze kon je er zo op aanspreken. Stilletjes neem ik haar nu mee in mijn ochtendmeditatie en stuur haar liefde. Ik ben bij haar, in de woonkamer waar Andre Rieu speelt. Waar de muziek haar doet opstaan en laat dansen. Ik neem haar bij de arm en waag een walsje met Maria. Ze neemt direct de leiding. Ik fluister: ‘Mag ik even muisje spelen en zien hoe het met je gaat?’ Een telefoongesprek gaat niet meer. Luister lieve mam, nu de lente is gekomen en de vogels gewoon hun nest bouwen, blijf ik je – op afstand – knuffelen. Buig me over je heen en blaas liefdevolle hartjes door je haar. Je hersenen krijgen een boost, het doet je hart weer sneller slaan. Op het moment dat de aarde weer ademt en iedereen de kracht van het leven heeft geleerd… Ben ik bij je. 

Daar zit je dan. Ineengezakt, schouders laag, het verdriet druipt van je lichaam… Je praat als een vreemde, kijkt stug naar buiten. Iemand raakte vandaag een diepe snaar.

Had je het niet zien aankomen, had je echt oogkleppen op? Was jezelf debet aan wat er is gebeurd? Vragen en nog eens vragen. Niemand mag deel uitmaken van het verdriet dat heel diep zit. Het verhard je omdat kwetsbaarheid op de loer ligt. Je lacht het weg en zegt nog net niet dat je niet verdrietig bent. Niemand kan je helpen. Alleen jezelf. Een doodse stilte maakt zich van jou meester. Wellicht is afstand nemen nu het verstandigste. Om weer te kunnen gaan begrijpen waar het mis ging. Diep in je hart weet je het wel. Maar je blijft zoeken naar iets of iemand om – zo rationeel – de schuld te geven. Een flinke wandeling door de natuur of zelfs een paar dagen in stilte, helpt. Kun je afstand nemen van de situatie, dan ben je in staat om vanuit een breder perspectief naar het gebeuren te kijken. Waar zijn die ‘soulmates’ als jouw eigen ziel geen rust vindt? Je kunt niemand de schuld geven. Incasseren van teleurstellingen hoort erbij. Het is hoe jij ermee omgaat. Je leven lang krijg je ‘stoten’ mee, wordt je pad bemoeilijkt, worden schuwe blikken naar je geworpen. Jaloezie, onbegrip, andersdenkend, het komt op je pad. Kies je ervoor om mee te gaan in het verhaal van een ander of kijk je liever dieper naar de oorzaak van een teleurstelling of het verdriet dat je is aangedaan. Laat los en geef jezelf over en alles staat ineens in een ander – helder – daglicht.  Waar was dat nou goed voor, die teleurstelling, was die terecht? Of het verdriet. Ben je vandaag misschien wat vatbaarder voor alles en iedereen om je heen? Komen reptielen uit hun holen om jou eens lekker het leven zuur te maken. Vast wel. Laat los, recht je rug en gun jezelf stilte om het geluk, de liefde, de aandacht of het begrip te hervinden. Want die is er, maar je moet er wel voor open staan. We zijn vergeten dankbaar te zijn voor wat wel goed is. Gezond zijn, liefdevolle relaties, warme familiebanden, vrienden waar je op kunt bouwen. Levenslustig zijn en voor jezelf opkomen;  het laat alle drama als sneeuw voor de zon verdwijnen. Drama dat overigens alleen in je hoofd zit. Niet in je je lijf. Voel en luister naar jouw lichaam. Het geeft aan wat de status van jouw ‘zijn’ is. ‘It’s all in the mind’ wordt vaak geroepen. En dat klopt. Verzet je niet langer en verwerk elk verdriet of teleurstelling met een open hart. Het zijn emoties die komen en gaan, ze mogen niet bepalen waar jij vol overgave voor gaat. Het is jouw pad en jij vindt uiteindelijk dat wat je wilde. Met deze wijze woorden trek ik mij terug en neem de tijd… Aan mijn lijf geen drama.   

Zondagochtend. Zonder enig tijdsbesef stapte ik vanochtend uit bed.  Mijn bril niet op, de wekker niet gezien en mobiel nog uit. Buiten regende het, dat hoorde ik nog wel. Slaapdronken de trap af naar de wc. Een vast ochtendritueel en vandaag – na een gezellig feestje gisterenavond – niet zo heel vast op de benen. Toen ik het licht aanknipte, had ik gelijk spijt. Het felle licht kwam wel erg hard binnen. En dan ook nog de verwarming uit …

Brr. De bril was wel erg koud. Met gekromde tenen op de koude vloer, nam ik toch plaats. Gewoontegetrouw pakte ik een van mijn gedachtenboekjes op en bladerde ‘m door. Veel zag ik niet zonder bril. Toch liet ik een pagina openvallen, dat moest dan maar de spreuk van deze dag zijn. Mijn spreuken zijn niet tijdsgebonden, ze passen bij ieders stemming of verwoorden je gevoelens op dat moment.  Zo ook deze kille ochtend. ‘Achter de luikjes van onze gedachten, gaan veel verhalen schuil’. Grappig. Moest gelijk denken aan het bont gezelschap van gisterenavond. Dat gezelschap opende best veel luikjes, verhalen gingen over en weer, er werd gelachen en tot slot zelfs gezongen.  Mooi om te zien hoe iedereen aan die keukentafel zo intens van elkaar genoot; verhalen over verre landen, werk in barre omstandigheden, het ontdekken van mooie culturen en verkennen van nieuwe (werk)velden. Kortom, genoeg indrukken en inzichten om mee naar huis te nemen. Ik zette het boekje open en sprintte terug naar bed waar manlief ook al wakker lag. Een ander zondagochtendritueel is dat we dan nog even blijven liggen, de dag van gisteren herleven en een plan maken voor een nieuwe dag.  Manlief wilde veel… Ik juist helemaal niets. Mijn dag moest vandaag in het teken staan van rust. Geen ingewikkelde zaken, geestdodende televisie of vermoeiende gesprekken, gewoon even helemaal niets. En zeker niet praten.  In stilte zijn.  Dat lukte tijdens de wandeling aardig, zwijgend liepen we het bos in.  Een met de natuur, knakkende takjes en knarsende steentjes op ons pad lieten jonge reetjes opschrikken. Wij letten vooral goed op dat we niet uitgleden over de glibberige paden. Ons hond Balou vond het zalig en eenmaal thuis, trok hij net als ik zijn plan. Manlief had het nakijken en vertrok (overigens zonder gemok). Ik zou vanmiddag niet zo heel gezellig gezelschap zijn. Dus helemaal goed. Ik nestelde me op de bank met een tijdschrift, las twee bladzijden en viel prompt in een diepe slaap. De stoofpeertjes, die ik gelukkig op een laag pitje had gezet, pruttelden zachtjes door. De geur van suiker en kaneel vulde de kamer en met een ‘zoet’ gevoel werd ik wakker. En tegelijk kwam ook de schrik. Mijn stoofpeertjes! Ik sprong iets te snel op en liet mijn mobiel, die naast me lag, op de grond vallen. Het scherm toonde mij direct een magisch cijfer. Dat was het dus. Wat ik deze dag voelde, was juist heel speciaal. In mijn leven komt zo’n zeldzame dag als vandaag nooit meer voor, tenzij ik op 12-12-2121 nog eens terug mag komen. Dag, palindroomdag 02-02-2020 … Je bracht rust.

Spreek over tijd en de gemoederen gaan los. Vooral over te weinig tijd voor dit of dat. Hoe vaak hoorde ik afgelopen jaar niet: ‘te druk’! Of zei het zelf keer op keer. Rennend van hot naar her, met de tijd grijnzend achter me aan. Dat gegeven kwam binnen toen ik het glas op 2020 hief, het raakte heel fijntjes een gevoelige snaar.

Het leven in 2019 was te druk. Veel te weinig nam ik tijd voor de kleine gelukjes, zoals de bezoekjes aan mama in het verzorgingstehuis, de lange wandelingen samen door het bos, de tijd voor familie, elkaar, maar ook voor mezelf… Het schoot er regelmatig bij in. Laat staan dat ik tijd besteedde aan wereldse zaken; uit zelfbehoud liet ik dat nog maar mondjesmaat toe. Het zou de druk in mijn bovenkamer alleen maar opvoeren. Begaan met veel, vond ik weinig geduld en empathie voor het immer zo veranderlijke wereldnieuws. Het had geen vat op mij…

Toch wist ik, in de waan van de dag, rust te vinden. Genoot intens van mooie momenten, wist verdrietige momenten te delen, liet leerzame gebeurtenissen op mijn pad toe en vermeed andere (belastende) zaken. Het lukte mij tijd vrij te maken om nog meer plekjes in mijn geliefde Spanje op te zoeken, inspirerende mensen te ontmoeten en ‘energievretende’ personen los te laten. Ik kreeg teleurstellingen te incasseren, vond schouders om bij uit te huilen en bood troost aan anderen. Was een luisterend oor en vond zelf ook gehoor. Ging op ontdekkingsreis naar binnen en vond mijzelf meer dan eens terug. Zette mezelf daardoor meer in de schijnwerpers (tot vreemde blikken van anderen). Had geen tijd voor mensen zonder compassie, ontweek jaloerse mensen meer en meer. De afgelopen 12 maanden bleef ik overeind door meditatie, yoga en me te verdiepen in meer dan wij met het oog kunnen waarnemen, werd ik opgetild door een krachtenveld van geluksmomenten. Beseffend dat je het leven niet in een zucht of blik mag beleven. Dat werd me op 9 augustus 2019 nog duidelijker. De geboorte van de vroeggeboren tweeling liet me ervaren dat wij nietig zijn in het bepalen van de hoeveelheid tijd die je hier op aarde krijgt en hoe waardevol elk uur van de dag is. Zo deed ook een verlossend telefoontje over de gezondheid van pa wonderen. Wetend dat het leven eindig is, is het juist zo fijn om het leven samen te delen. Blijmoedig te zijn, je te verwonderen en schaterend 2020 aan te gaan om je droom te leven. Vergeet de tijd, maar niet jezelf. Laat niets of niemand je weerhouden, pak het nieuwe jaar zelf grijnzend bij de hand.

En alles daartussenin. De afgelopen weken waren weken waarin ik des te meer besefte dat het stoffelijk leven aan een zijden draadje hangt. Dat onze tijd op aarde kostbaar is. Een week waarin mijn tranen vloeide van geluk bij het zien van foto’s van mijn kleinkindjes, dankbaar dat zij de wereld straks eens vanuit hun eigen thuis mogen gaan ervaren. Wat een doorbijtertjes zijn het toch! Blijdschap op de 30ste verjaardag van mijn zoon, maar ook tranen van verdriet bij het verlies van een dierbare en meteen het gevoel van onmacht wat dit verlies bij anderen doet. Daar tussendoor balanceren we met zijn allen op de draad van liefde, pijn, verdriet en geluk. Bewust – of onbewust – van het feit dat morgen volledig anders kan zijn. Bewuste mensen weten dat je vandaag leeft en morgen wel ziet wat komt. Mensen die in het ‘hier en nu’ staan, weten zich af te sluiten voor alle onnodige negatieve ballast van buitenaf. Bewust keren zij anderen de rug toe om in hun eigen kracht te blijven, om te kunnen ‘dealen’ met de onrust om hen heen. Haast (politiek) ongevoelig worden omdat zij allang hebben gezien dat elke nieuwe wet een andere regel onderuithaalt. Het getouwtrek, gesteggel, de mensen in opstand, boeren vechtend voor hun recht, onderwijs op zijn kop, de stikstofproblematiek. Weten we nog wat we eten? Het is terecht een issue. Mensen in onveilige landen verkeren echt in nood, leggen hun leven in de waagschaal omdat ze niet anders kunnen dan vluchten. Ze steken massaal oceanen over om, meer dood dan levend, op zoek te gaan naar een rustige en vooral veilige plek. Hoe kunnen wij onze ogen sluiten? Wat een geluk dat er steeds meer mensen opstaan om anderen wakker te schudden. Jongeren trekken machtige mensen aan hun jas, omdat hun beleid nergens op slaat en dat door hun spelletjes wel degelijk het bestaan van toekomstige generaties in gedrang komt. Kinderen die diep in hun hart en ziel ‘weten’. Weten dat er meer is dan wij met het blote oog waarnemen, die ‘voelen’ en hun sensitieve voelsprieten uitsteken naar hogere machten, met een dringend verzoek om de wereld te helpen. Innerlijk sterk om andere bronnen aan te boren om ons en hun leven op aarde en daarbuiten te waarborgen. Want het leven houdt niet op bij dat wat we zien, bij dat wat op aarde is. Ook niet als we het stoffelijke lichaam hebben verlaten. Het leven is wat je er zelf van maakt en de dingen te zien zoals je ze wilt zien. Lastig? Absoluut niet als je kunt stilstaat bij de wonderen der wereld en daar dankbaar voor bent. Zorgen voor een goed leven op aarde, voor iedereen en voor lange tijd, maakt het loslaten van ons stoffelijk lichaam tot een natuurlijk proces… Hoe verdrietig het ook is voor de ‘achterblijvers’. Kijk omhoog – zeker vanavond bij volle maan – en maak een diepe buiging voor die dierbaren, die op afstand heus nog wel een balletje mee trappen. Dit kunnen zien, maakt ons leven oneindig boeiend en rond.

Geef niet op…

“Laat je leiden, geef niet op. Er is een stralende kracht in jou dat staat te trappelen om uit te treden’. De zin blijft hangen als ik het poortje naar het bos achter me dichttrek. Balou loopt voor me uit en geeft aan de ochtendwandeling iets langer te willen maken dan normaal. We trekken diep het bos in. Na lange tijd regent het weer eens en vandaag is dat een verademing. Op de holle weg naar de Geul ben ik alleen met mijn viervoeter. Ook een verademing, want praten met een ander lukt nu niet.

Ik luister liever naar de vroege vogels en het geruis van de bomen. En naar mijn hart. Dat spreekt zodra ik halverwege het pad ben. ‘Geef niet op’, zegt het. Ik zucht en weet gelijk waar het op doelt. Op een teveel aan gebeurtenissen in mijn leven, alles binnen een korte tijd. Ik weet dat dit niet zonder reden is, maar soms voel ik mij daar zo alleen in staan. ‘Jij toch niet, jij hebt het goed voor elkaar’, hoor ik mensen zeggen. Toch gaan gevoelens met mij aan de haal. Ben vrolijk en angstig tegelijk. Zoals een kind dat plaatsneemt in het karretje van een oude achtbaan. De handen stevig aan de veiligheidsbeugel, een spanning die gestaag stijgt als het karretje over de tandwielen omhoog ratelt. Hoger en hoger, om op de top met een rotvaart naar beneden te denderen. Met piepende remmen buigt het gammel karretje akelig scherp naar rechts om direct daarna te besluiten de bocht naar links te nemen. Mijn ingewanden lijken in mijn keel te zitten, mijn mond hapt naar adem. Met een smak komen we recht op de rails neer, om weer een aanloop te nemen voor de volgende klim… Een roller coaster van verdriet, pijn, vreugde, angst, woede en blijdschap. Zo voelt het. Ik val nog net niet uit het karretje als het met een klap tot stilstand komt. Daar zit ik dan, op een bankje langs de Geul, een beetje beduusd voor me uit te staren. Langzaam kom ik tot mezelf en laat de afgelopen weken nog eens voorbijkomen. Over mijn tweede thuis in Spanje is een wolk nog niet voorbijgedreven. Diep in mijn hart voel ik wat hij voelt. Het komt goed. En dan, eerder dan verwacht, kondigen de zonnekindjes zich aan. De tweeling laat zich te vroeg zien en het besef dat ik oma ben geworden daalt langzaam in. Een verbondenheid die met geen pen valt te beschrijven. Al mijn energie gaat uit naar deze twee wondertjes, hard bezig om straks heel veel knuffels van mij te ontvangen. Geduld en begrip gaat naar haar, die zo ver verwijderd van mij is. Dat weerhoudt me niet om haar op te zoeken. Gek genoeg maakt mam mij nu vaker aan het lachen dan ze vroeger deed. Dus laat mij maar even zitten hier aan de waterkant, waar niets of niemand iets van me verwacht. Ik sluit voor een moment mijn ogen en het zware schild valt weg. ‘Laat je leiden, geef niet op en toon gerust je zwaktes’, komt als een gedachte naar boven. Lastig soms in deze periode van vasthouden, loslaten of een plek geven. Toch heb ik nog altijd de vrijheid om te kiezen voor vreugde en dankbaarheid. Keuzes gemaakt vanuit die stralende kracht, mijn innerlijk helpende hand. Die het ‘zware gordijn’ wegtrekt, zoals het al vaker in mijn leven deed. Ik snotter nog wat na en streel mijn hond, die zijn zware lijf tegen mijn been heeft aangedrukt. Zijn diepbruine ogen lijken te spreken… Jij geeft nooit op.